Het Grote Marc & Tim Interview (deel 3)
Het soms onthullende en verrassende resultaat lees je hier in het
"Het Grote Marc & Tim Interview III"
Volgens de (jonge) traditie laten Marc van den Broek en Tim Dekkers zich tussen Kerst en Oud en Nieuw een beetje in hun ziel kijken. Hoe hebben zij het afgelopen jaar beleefd? Wat waren hun hoogte- en dieptepunten? Hoe kijken zij vooruit naar het nieuwe jaar? Via het internet beantwoorden zij nieuwsgierige vragen van lezers van de website Onderste Boven.
thuis
1. Alweer verhuisd…. Wat hebben jullie weggegooid met deze verhuizing? Zijn er nog spullen waar je de vorige keer over twijfelde en die je de heel Raglan Street periode niet gezien/vast gehad hebt? Dingen die al uit Amsterdam meekwamen vanwege de emotionele waarde en waar je nu afscheid van kon nemen?
(Arie Koelemij en Stef Lapien, Utrecht)

TIM: ‘De verhuizing kwam inderdaad als een koude douche. Marc en ik hadden net afgesproken om ook het laatste jaar van ons verblijf in Sydney op de Raglan Street te blijven wonen. De eigenaresse had andere plannen... Maar ook hier geldt de wijsheid van Cruijff: elk nadeel heeft zijn voordeel. Door de onverwachte ontwikkelingen wonen we nu wel in de leuke wijk Newtown en dat was een oude wens van mij. Het huis is daarnaast twee keer zo ruim, dus we gaan er in alle opzichten erg op vooruit.’
'Hebben we veel weggegooid? Nee, we hebben vooral verhuisdozen erbij gekocht. We hadden in de afgelopen drie jaren toch veel extra spullen aangeschaft. Het is waar dat je na verloop van tijd emotioneel anders tegen bezittingen of spullen aankijkt. Maar de spullen die we uit Amsterdam meenamen, hebben hun aantrekkingskracht niet verloren. We hebben dus weer alle boeken, CD’s, meubels, kastjes, spelletjes en schilderijen meegesleept. Misschien gebeurt dat weggooien met de volgende verhuizing in maart 2010 naar Nederland.’

MARC: `Nou, dat weggooien valt eigenlijk reuze mee. Kijk, het huis in de Newman Street is bijna twee keer zo groot als aan de Raglan Street. Natuurlijk, er zijn talrijke ongebruikte spullen die we uit Amsterdam hebben meegenomen. Wat doen toch al die Nederlandse boeken die we niet inzien? Die talloze cd's die we niet draaien in de kast?Ik heb me dat meermalen afgevraagd. Maar ja, ze zijn meegegaan en staan nu weer de ruimte te vullen en waarschijnlijk gaan ze weer op reis, zo gaat dat in het leven. We hadden ook nog een bankstel en stoel, waarvan we dachten dat die zouden gaan sneuvelen, maar de ruimte is zo groot hier, dat ze toch weer een plaatsje hebben gekregen. Maar die zullen hun laatste levensdagen in Australië gaan doorbrengen.'
'En de emotionele spulletjes, dat zijn vaak kleine dingen: een papiertje met een krabbel erop, een medaille van de Gay Games, een rare perskaart van een bizar evenement. Die spullen nemen niet zo veel plaats in en reizen dus steeds gezellig mee.'


deel 3 intervieuw2. Jullie hebben veel logeerpartijen gehad. Wat waren de hoogtepunten en wat was een dieptepunt?
(Anneke Dekkers-Dubbeldam, Oss)

MARC: 'Wat een gewaagde vraag. Om een logeerpartij als dieptepunt aan te gaan duiden.... Dat kan helemaal niet! Al onze vrienden en familie die hier naar toe komen, zijn hoogtepunten, anders mogen ze niet komen. Een topper was natuurlijk de Van-den-Broeken invasie in juli. Op een gegeven moment waren we met ons zevenen in het kabouterhuisje aan de Raglan Street. Het paste allemaal net en de logeerpartij was een groot succes. Maar ook het verblijf van Arie en Stef tijdens de Mardi Gras was erg gezellig.' 'Het is echt leuk dat vrienden en familie blijven logeren als je ver weg woont. Dan leer je ze op een heel andere, vollediger manier kennen. Hoe zijn ze bij het opstaan, helpen ze mee? Echt fascinerend om te zien. Je leert de mensen zoveel beter kennen, beter eigenlijk dan als je in Nederland zo nu en dan op de koffie gaat.'

TIM: ‘Het jaar 2008 was inderdaad een druk jaar wat de logeerpartijen betreft. Elk bezoek had zijn eigen charme en waarde en we vinden het elke keer bijzonder dat mensen de moeite nemen om ons op te zoeken. Qua aantal was het bezoek van schoonbroer Frank van den Broek, zijn vrouw, kinderen en aanhang en schoonzus Carla van den Broek een hoogtepunt. Het hele huis zat vol loges: van de garage tot en met de televisiekamer. Nu we in een groot huis wonen, vragen we ons af hoe het destijds allemaal paste in het poppenhuisje op de Raglan Street. Maar een mens is kennelijk toch flexibel. Wie in een goede bui is, kan veel verdragen.’
'Echte dieptepunten hebben we niet gehad. Sneu was natuurlijk het verblijf van nicht Shanna Dekkers. Het was jammer dat ze haar lang gekoesterde droom om in Australië te wonen door heimwee niet kon waarmaken. We hopen maar dat ze gesterkt uit deze ervaring tevoorschijn is gekomen. Wij rekenen nog altijd op een logeerpartij van haar in 2009, maar dan om vakantie te vieren.’


deel 3 intervieuw3. Het was een bewogen jaar, vooral door de beroving op Bali. Wat heb je ervan geleerd en wat is blijven hangen?
(Anneke Dekkers-Dubbeldam, Oss)

TIM: ‘De beroving gebeurde begin december 2007, maar de nasleep speelde in het begin van 2008. Marc en ik werden als reactie op de gebeurtenissen lichamelijk ziek. Je leert ervan dat je kwetsbaarder bent dan je vaak denkt. Maar ook dat het geen zin heeft om je door angst te laten leiden. Wat is blijven hangen, is het gevoel dat je samen sterk staat en dat je er voor elkaar moet zijn. Maar ook dat je in deze tijden van tegenslag het thuisfront extra mist. Je hebt geen vangnet, je moet alles zelf alleen oplossen en dat is soms zwaar. Maar Marc en ik zijn er zonder geestelijke kleerscheuren van afgekomen. We kunnen weer zorgeloos genieten van mensen en gebeurtenissen.’

MARC: Tja, die beroving op Bali... Dat was eigenlijk in 2007, met een nasleep in 2008. Zo op het einde van het jaar gaat de gedachte terug: wat deed je in 2007 met de kerst en Oud en Nieuw? Grappig, de kerst van 2007 was weggezakt. Ik heb een vage herinnering aan een week die er wel was, maar eigenlijk ook weer niet. Zeker een nasleep van de beroving. Gelukkig noteer ik altijd de datum als ik iets heb gesport en hoe dat dan ging. Dus met mijn sportdagboekje, heb ik weer een en ander kunnen reconstrueren.'
'Ik ben ook in 2008 een paar keer naar zo'n slachtofferhulp-meneer geweest om wat te kletsen. Dat vond ik grappig en het heeft me ook wel een beetje geholpen. Dat wat is gebeurd, is gebeurd en dat je jezelf geen verwijten moet maken hoe het je heeft kunnen overkomen. Je moet je leven zo inrichten, dat het nooit meer gebeurt. Dus ik neem maar geen drankjes meer aan van mensen die ik niet ken. Jammer, maar het is niet anders. Wat ik leerzaam vond, is dat je je hersenen niet negatief moet programmeren. Zo van: `Wat erg dat dit me is overkomen' en `Waarom ik?'. Dat werkt destructief door. Zie ook het positieve. De man vertelde me dat als je het verhaal over de drank-spiking vertelt, je de rottige én de positieve dingen moet benadrukken. Positieve dingen, zoals Tim die je heeft bijgestaan, Wim die vanuit Yogjakarta meteen naar Bali kwam om hulp te bieden. Daarom op de valreep nogmaals heel erg bedankt iedereen voor het meeleven en de steun.'


4. In Nederland verandert er veel en dus ook in de oude vriendenkring in Amsterdam.
Wat kan je daarvan merken, zijn er vrienden afgevallen of dichterbij gekomen?
(Anneke Dekkers-Dubbeldam, Oss)

MARC: 'De vrienden die op bezoek komen, zijn je iets nader gaan bijstaan, denk ik. Maar ook de mensen die niet kunnen komen, blijven een plaats houden. Natuurlijk, er vallen altijd mensen af, er komen altijd nieuwe mensen bij, maar ik denk dat het in mijn geval toch redelijk stabiel is gebleven. Natuurlijk hoop ik dat fietsmaatje R. of boekenschrijver G. het lukt om een keer hier te komen, maar als dat er niet van komt, dan geef ik nog even veel om ze.'

TIM: ‘Als je even terug bent in Nederland, dan merk je hoe hecht oude vriendschappen zijn en dat een grote afstand geen grote verwijdering hoeft te betekenen. Door de tijdelijke emigratie waardeer je ook de bestaande vriendschappen extra. Doordat je zelf ervaart hoe lastig het is om contact te krijgen met Australiërs, ben je blijer met de bestaande vertrouwdheid van de Nederlandse vrienden. Je neemt de bestaande relaties voor minder vanzelfsprekend aan.’


deel 3 intervieuw5. Jullie zijn anders tegen de media aan gaan kijken. Vind je veel veranderd in Nederland en wat zie je als verschil en overeenkomst met de media in Australië?
(Anneke Dekkers-Dubbeldam, Oss)

TIM: ‘Zijn wij anders tegen de media gaan aankijken? Misschien is dat zo. We ervaren nu dagelijks hoe lastig het is om goed te communiceren. Om het mild uit te drukken: veel collega’s in de Nederlandse media zijn daar niet zo sterk in. Ik zei het vorig jaar al: hoe vaak onze zakelijke mails of telefoontjes niet worden beantwoord… Je voelt je vaak vergeten. Je telt niet mee.’
‘Ik zie de laatste zeven jaar een tendens dat de Nederlandse media steeds meer gaan navelstaren. Een blik naar binnen. De overval op de kruidenier op de hoek is belangrijker dan de genocide in Darfur. Veel Australische media zijn nog rigider met deze eigen-nieuws-eerst-aanpak. De wereld is dank zij het internet een dorp geworden. Maar de bereidheid om je in de problemen van je buren te verdiepen, is er alleen maar minder op geworden.’

MARC: 'Of er nou zo heel veel is veranderd in de media in Nederland, vind ik moeilijk om te beoordelen. We blijven natuurlijk redelijk op de hoogte en met onze nieuwe Internetradio luisteren we nu meestal naar Met het Oog op Morgen op Radio 1 dat hier om negen uur in de ochtend uit de luidspreker schalt. Dan lijkt er helemaal niets veranderd te zijn in Nederland. En wat tv betreft. zien we vooral de Nederlandse publieke omroepen hier, de commerciëlen zitten niet op de schotel. Van de Australische zenders zien we de publieke en commerciële zenders en dan vooral het nieuws en de actualiteitenrubrieken. Van veel nieuwsrubrieken word je niet altijd even vrolijk. Erg veel misdaad, ongelukken, minister van wie de hand uitschiet onder het rokje van de secretaresse en meer van dat soort ongein. En dan eindeloos veel volkomen oninteressante sport, zoals cricket en rugby. De kranten zijn wel redelijk.'


6. Jullie missen veel familiebijeenkomsten zoals verjaardagen, Sinterklaas, Kerst, familieweekenden. Wat mis je het meest?
(Anneke Dekkers-dubbeldam, Oss)

MARC: 'Ik ben heel eerlijk: kerst en Sinterklaas mis ik niet. Ik hield niet van kerst dat is hier niet veranderd. Bijeenkomsten met vrienden en familie mis ik wel. Mijn broer Paul wordt 50 en je bent er niet bij. Goed, er is een gedicht van mijn hand voorgedragen, dus ik was er een beetje bij. Of een vriendin die naar het ziekenhuis moet en die je dan alleen kunt bellen.. De zoon van een vriend die een kind krijgt en dan zie je alleen een foto. Een bezoek op zomaar een weekeind naar schoonmoeder in Oss, zonder al te veel poespas... Dat soort dingen vind ik veel belangrijker dan die opgelegde feestdagen.'

TIM: ‘Ik mis vooral de familieweekenden. Dat zijn toch ijkpunten. Het is belangrijk om in alle stress en drukte van alledag een weekend rust en tijd te nemen om je naaste familie te ontmoeten en te spreken. Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend, maar we worden allemaal ouder en helaas ook kwetsbaarder. Zo lang het nog kan, moeten we deze familietraditie in stand houden.’


7. Wat zijn jullie verwachtingen voor 2009?
(Anneke Dekkers-Dubbeldam, Oss)

TIM: ‘Poeh, dat is moeilijk. We hebben in 2009 geen grote evenementen op het programma staan, zoals de katholieke Wereldjongerendagen of een top van wereldleiders. Maar de recente geschiedenis leert dat er plotseling toch nieuws en dus verhalen opduiken. We willen in 2009, het laatste complete jaar in Australië, vooral nog wat van de omgeving zien. Een bezoek aan een eiland in de Pacific Ocean dus (Nieuw Caledonie, Samoa) en in Australië willen we nog altijd het Kakadu National Park bezoeken.’

MARC: `Doorgaan op de voet van nu. Proberen nog meer klusjes te doen. Elk klusje, hoe onbenullig ook is nieuw, daar moet je je vol enthousiasme op storten en er het beste van proberen te maken. En natuurlijk in het nieuwe paleisje veel van elkaar genieten. '


8. Wordt 2009 het jaar van de cooling down, of juist het jaar waarin je juist die opdracht gaat doen, die reportage gaat maken, die jullie altijd al wilden?
(Anneke Dekkers, Amsterdam)

MARC: `Het jaar van de cooling down? Kom nou! We zitten net in een huis met een fors hogere huur, dus er moet flink aangepakt worden. En cooling down? De hele afgelopen drie jaar was een cooling down. Zo nu en dan werken als het druk is en lekker niks doen als het rustig is. Dus we gaan dit jaar weer lekker door, met mooie opdrachten, leuke reizen en zo. Tja, de reportage die ik zo willen doen? Ik heb wel wat ideeën, zoals een reportage over de Nederlandse genen in aboriginals in West-Australie en een reportage op Tonga, een land waar zo ongeveer de dikste mensen ter wereld wonen. Maar of dat allemaal gaat lukken? Ik ben ook tevreden met een eenvoudige klus hoor. De Nederlandse wielrenner Reus die naar de Tour Down Under in Adelaide gaat bijvoorbeeld. Marc en Tim zijn erbij.'

TIM: ‘Het motto voor het jaar 2009 wordt: nóg meer genieten. Je zou dat als een cooling down kunnen zien. Onze missie in Australië (overleven) is immers al geslaagd, we kunnen wat meer relaxen. Vandaar dat we ook meer willen reizen. Verder hopen we een documentaire te kunnen maken over een ‘Nederlandse’ Aboriginal-stam in West-Australië. Aboriginals zouden zich in de zeventiende eeuw vermengd hebben met schipbreukelingen van een VOC-schip. Dat is een intrigerend verhaal.’


deel 3 intervieuw9. Gefeliciteerd dat 2008 het meest succesvolle jaar was! Heeft dat nog invloed gehad op:
a) jullie relatie
b) jullie visie op Australië c)
jullie verhouding met Nederland?
(Anneke Dekkers, Amsterdam)

TIM: ‘Het is moeilijk om aan te geven in hoeverre zakelijk succes invloed heeft op je relatie. Feit is wel dat onze leefruimte wat groter is geworden. We hoeven niet meer elke cent om te draaien. De grootste financiële onzekerheid is verdwenen en dat geeft een rustig gevoel. En we kunnen meer leuke dingen doen en dat is altijd goed voor een relatie. Dus in die zin is het journalistieke succes ook een persoonlijk succes.’

MARC: `Dat 2008 financieel het meest succesvolle jaar was, heeft eigenlijk niet zo veel invloed op de relatie. Natuurlijk is het fijn als er voldoende werk komt aanwaaien en je niet zoveel zorgen hoeft te maken of er morgen nog wel een brood in de broodmachine zit. Maar het is wel soms hard werken en de relatie wordt daar natuurlijk veelzijdiger van; dat je samen ook professioneel onder hoogspanning goede producten moet afleveren. En dat gaat steeds beter.'

TIM: ‘Onze visie op Australië is niet gek veel veranderd, maar daar komen we straks op terug. In de verhouding met Nederland is het succes in die zin merkbaar, dat je niet elke opdracht meer hoeft te accepteren om je hoofd boven water te houden. Je kunt wat kritischer en onafhankelijker zijn. Je staat steviger in het leven. Dat voelt wel goed.’

MARC: `Ik heb het idee dat mijn visie op Australië wel een beetje klaar is. Een prachtig land met soms heel aardige mensen, maar ik denk niet dat het ooit wat wordt, als ik heel eerlijk bent. Het land is te groot en te leeg om goed te besturen. Het is toch iets te veel `Ieder voor zich en God voor ons allen'. Dat is geen verwijt, het is een constatering en als je in zo'n leeg en groot land woont, ver weg van alles en iedereen, dan moet je het vaak maar zelf zien te klaren. Een reis bracht ons onlangs nog in Alice Springs. De omgeving is prachtig, midden in de woestijn, maar wat daar aan lelijkheid in het dorpje was samengebald, je houdt het niet voor mogelijk.'
'Ook de verhouding met Nederland is wel een beetje klaar. Het is zo beroerd nog niet daar. Ik ben ook destijds niet weg gegaan om vage redenen dat Nederland te vol zou zijn. Vol is het er wel, maar te vol? Sydney is vele malen voller dan de Randstad. Nederland laat te veel migranten toe? Wat is te veel? In Australië wonen bijna alleen maar migranten.. Nee, ik ben gegaan om een andere kijk op mezelf en de wereld te krijgen. Dat klinkt vaag, maar zo is het wel. En dat is gelukt: Weer een cliché dan maar: natuurlijk is het nergens ideaal. Niet in Australië, niet in Nederland, nergens niet. Ik zal geen moeite hebben om in Nederland weer te aarden, zo vermoed ik.'


deel 3 intervieuw10. Wat mij intrigeert: aan de ene kant mopperen jullie wat af op Australië, aan de andere kant stort je je vol enthousiasme op de te maken reportages en verhalen. Is het een haat-liefde verhouding? En hebben jullie dat nodig om je werk goed te kunnen doen?
(Anneke Dekkers, Amsterdam)

MARC: `Goed gezien. Er moet een soort haat-liefde verhouding bestaan met het onderwerp waarover je bericht. Ik pak het voetbal er maar bij. Een voetbalverslaggever moet natuurlijk van het spelletje houden, anders is het niet leuk om erover te schrijven. Maar hij/zij mag natuurlijk nooit achter een club aanhollen. Integendeel, hij of zij moet kritisch, op afstand over de verrichtingen van Ajax, Feyenoord (kom op Rotterdam) of PSV schrijven. Elke misstand moet worden blootgelegd, om het maar heel idealistisch uit te drukken.'
`Zo is het ook met Australië. Kijk naar bewondering wat de 21 miljoen mensen van het continent hebben gemaakt en probeer daarover zo volledig mogelijk te berichten. En dan wordt er natuurlijk wel eens gemopperd, soms iets te veel, ik geef het toe. Maar wat doe je als je net weer met je fietsje door een halfblinde Aussie in een 4-wheel-drive van de weg bent gedrukt, nadat je drie minuten hebt staan wachten voor een rood stoplicht? '
`Enthousiasme is natuurlijk onontbeerlijk. Misdragen de kamelen zich in Alice Springs? Erop af, niet gedraald en speur zo'n kameel op, al is het veertig graden. Als je je werk niet met geestdrift doet, dan is er helemaal niets meer aan.'

TIM: ‘Een goede vraag! We hebben inderdaad een bipolaire relatie met dit land. In veel opzichten is Australië nogal irritant: het conservatisme, het indirecte reageren van mensen, de ongelooflijke bureaucratie en de angst om verantwoordelijkheid te nemen, de agressie van automobilisten, het slecht geregelde openbaar vervoer, het populisme van veel politici, het gebrek aan visie, de geringe sociale cohesie. Maar aan de andere kant is het een heerlijk vakantieland met heerlijk weer.'
‘Je hebt een zekere agressie nodig om scherp te blijven. Je komt niet ver als je je laat meeslepen door de no-worries-mentaliteit in dit land. Je moet jezelf opjutten en kritisch naar de maatschappij blijven kijken.’


11. Zijn jullie beter geworden in je werk? Wat hebben jullie geleerd in Australië wat je anders niet geleerd zou hebben? (Jeroen van Ammers, Amsterdam)

TIM: ‘We zijn veel vollediger in ons werk geworden en daardoor beter. We hebben geleerd om te filmen, om het geluid goed te doen, om te monteren, om het stuk per internet naar Nederland te sturen. We hebben verder geleerd om radioreportages te maken. Samen met onze schrijfvaardigheden zijn we daarmee de ultieme multimediale journalisten geworden.’
Dat wil overigens niet zeggen dat we tevreden zijn. Na elke gemaakte tv-reportage zien we nog dingen die verbeterd kunnen worden. We willen nóg hogere kwaliteit leveren. Het is goed om die ambitie te hebben. Dat houdt je scherp.’

MARC: `Ik denk dat ik wel beter, liever gezegd, veelzijdiger ben geworden. Als ik in Amsterdam was gebleven, dan had ik nooit leren monteren en een kijkje kunnen krijgen in het vak van televisie maken. Dat vind ik een waardevolle aanvulling op mijn journalistieke vakmanschap. Via een omweg moet de ervaring op tv zich vertalen in beter werken voor een krant. Bij de krant heb je soms het idee: ik bel het wel bij elkaar. Maar tv dwingt je om er heen te gaan en te kijken wat er aan de hand is op de plek waar het over gaat. Hoe de mensen kijken, hoe warm of hoe koud het is, ga zo maar door.


deel 3 intervieuw12. Als collega-ondernemer ben ik natuurlijk nieuwsgierig naar het succes van het Media-bureau. Wat was de belangrijkste reden dat de omzet zo veel is gestegen het afgelopen jaar?
(Angenieta Snoek-Dekkers, Enschede)

MARC: `Tja, dat is lastig om aan te geven. Het bureau komt langzaam maar zeker een beetje op de kaart te staan en soms stromen de opdrachten binnen, al moeten we het meeste werk gewoon zelf bij elkaar praten. Een paar grote evenementen hebben zeker geholpen. Bijvoorbeeld het pausbezoek, daar kan geen krant of media omheen. Die week was top. Keihard werken en dan weer een tijdje wat rustig aan doen. Wat ook bijdraagt aan het succes is dat we ook voor de Vlaamse tv wat werk kunnen doen. Dat levert ook zo nu en dan wat op. En in 2008 hebben we zelfs drie keer de Deense tv gehaald. Dus dat draagt er allemaal aan bij dat de omzet is gestegen. Maar of we dat in 2009 volhouden? Financiële crisis hè. We zien wel.'

TIM: ‘We hebben er veel profijt van dat we verschillende disciplines beheersen: kranten, magazines, internet, radio, tv, kort nieuws, langere reportages: iedereen kan bij ons aankloppen. En we leveren natuurlijk geen prutswerk. Je merkt dat na twee, drie jaar je naam is gevestigd in Nederland: voor verhalen uit Australië moet je zijn bij het Mediabureau Onderste-Boven in Sydney. Het gebeurt steeds vaker dat opdrachtgevers spontaan bij ons aankloppen. Wij hoeven steeds minder aan werving te doen. Een beter signaal dat de zaken goed gaan, is er niet.’


13. Zijn jullie de dagen al aan het aftellen of beginnen jullie stiekem toch wel aardig gesteld te raken op Aussieland? Kortom: willen jullie wel echt terug met zo'n goeddraaiend bedrijfje?
(Marc Cornelissen en Arno van Breemen, Utrecht)

TIM: ‘Geen van beide. Ik ben de dagen niet aan het aftellen en ik wil ook niet stiekem blijven in Australië. Het Mediabureau loopt inderdaad erg goed, maar ik ben eigenwijs genoeg om te denken dat we ook weer in Nederland succesvol kunnen zijn. Ja, ik ken alle sombere prognoses over de economie en de oplopende werkloosheid. Maar ik heb één ding geleerd van dit Australië-avontuur: het heeft geen zin om je vooraf zorgen te maken over dingen die kunnen gebeuren. Het leven verloopt toch altijd anders dan gepland. Met inzet, enthousiasme, kwaliteit en zelfvertrouwen kom je een heel eind.’

MARC: `We tellen de dagen niet af, het is geen straf om hier te mogen wonen, maar ik denk wel eens hoe het zou zijn als je in 2010 weer in Nederland woont. Ik raak niet langzamerhand gesteld op Aussieland, dat zit er niet in. Ik zou hier niet willen doodgaan, om maar eens wat te zeggen. En ja, het bedrijf draait lekker, het zij zo. In journalistenland geldt dat je na een jaar of vijf maar weer eens moet verkassen naar een andere stek. Na vijf jaar word je te veel inwoner van het land in plaats van nieuwkomer.'


14. Weten jullie al wat jullie willen gaan doen als je terug bent in Nederland?
(Marc Cornelissen en Arno van Breemen, Utrecht)

MARC: `Nee, geen flauw benul. Nou ja geen flauw benul, dat is niet helemaal eerlijk. Wie weet weer ergens aan de slag, maar wie wil een 55-jarige nog hebben? We moeten doorwerken van Balkenende tot weet ik wanneer, maar het grappige is dat helemaal niemand je aanneemt als je wat ouder bent. Voor een deel is dat begrijpelijk, je bent relatief duur, waarschijnlijk minder flexibel (maar wat zegt leeftijd nu helemaal) en vast vaak ziek. Dus ik zie wel, wie weet nemen we de post Berlijn of Madrid wel op. Als we dat doen, dan moet het in ieder geval in Europa zijn.'

TIM: ‘Er zijn verschillende opties: ik kan gaan freelancen bij bestaande redacties. Ik kan ergens in vaste dienst gaan, maar wie wil een bijna 50-jarige in loondienst nemen? Of ik ga als freelancer verder met het Mediabureau Onderste-Boven, zoals ik al deed, voordat we naar Sydney vertrokken. Zoals gezegd: ik maak me daar weinig zorgen over. Kom tijd, komt raad.’


deel 3 intervieuw15. Wat is het Australische equivalent van het woord swaffelen?
(Marc Cornelissen en Arno van Breemen, Utrecht)

TIM: ‘Hahahaha, dat is er niet. Maar we kennen ook hier wel een ‘Woord van het jaar competitie’. In 2008 scoorden de volgende woorden hoge ogen:



Tanorexia
– iemand die geobsedeerd is om een bruin kleurtje, een tan, te krijgen en daardoor veel risico loopt op huidkanker.
Salad dodger – iemand met overgewicht; een persoon die de salades laat staan.
Password Fatigue – door het onthouden van te veel paswoorden, vergeet je zelfs de belangrijkste paswoorden.
Happy clappy – trendy christelijke jongeren die zingend en klappend hun geloof belijden.
Floordrobe – een vloer die bezaaid ligt met kleren (floor + wardrobe).’

MARC: `Het woord zou uit het Duits komen, heel bijzonder in deze tijd van het oprukken van de Engelse taal in het Nederland. Ik zou niet weten hoe we dit nu weer in het Engels moeten uitleggen aan onze Engelse vrienden en kennissen hier. Volgens de Van Dale Engels-Nederlands bestaat er helemaal geen werkwoord swaffle . Natuurlijk wel to swag. wat zoiets als slingeren betekent. Dan zijn we toch een beetje in de buurt. '


16. Ik was benieuwd naar jullie leven weer in Amsterdam. Hoe gaan jullie straks verder met jullie bedrijf, en hoe betrek je straks de naam 'Onderste-Boven' voor jullie bureau? Gaan jullie dit zo behouden of komt er een andere naam en in welke vorm gaan jullie verder werken? (Eep Seeber, Amsterdam)

MARC: `Ik denk dat we ons oude leven in Amsterdam weer snel gaan oppakken en dat we weer in onze oude patronen gaan vervallen. In juli zijn vrienden van ons uit Sydney teruggegaan naar Amsterdam. Ze hebben hier ruim twee jaar gewoond. Ze vertellen dat ze na een week Nederland het gevoel hadden dat Australie helemaal niet was gebeurd. Dat het verblijf een droom was en niet echt. Nou goed, wij komen na ruim vier jaar weer terug en mogelijk is het gevoel dan anders, maar we moeten ons natuurlijk wel op voorbereiden. De ervaring hier is er een die ik niet had willen missen.'
`En of we de naam Onderste-Boven blijven gebruiken, hangt af van wat we gaan doen. Wie weet worden we weer loonslaven en dan heb je de naam niet nodig. Misschien gaan we ons storten op semi-profesisonele filmpjes voor een relatief lage prijs en dan kan de naam van pas komen. We zien dus wel.

TIM: 'Volgens de ervaringsdeskundigen ben je na een emigratie jarenlang ontworteld in je moederland. We lopen dus het gevaar dat we straks moeilijk kunnen wennen aan het Nederlandse leefritme. Maar ik heb zelf gemerkt hoe razendsnel je je kunt aanpassen. Na een paar dagen Amsterdam heb je al het idee dat je nooit bent weggeweest. Ik ben dus niet zo bang voor een post-Sydney-depressie. De naam 'Mediabureau Onderste-Boven' is ons geestelijk eigendom, dus die naam zal eeuwig blijven bestaan, al is het alleen in ons hart en in onze gedachten.'

persoonlijk_foto
wijziging op: 29-03-2010