Het Grote Marc & Tim Interview (deel 3)
Het soms onthullende en verrassende resultaat lees je hier in het
"Het Grote Marc & Tim Interview III" Volgens de (jonge) traditie laten Marc van den Broek en Tim Dekkers zich tussen Kerst en Oud en Nieuw een beetje in hun ziel kijken. Hoe hebben zij het afgelopen jaar beleefd? Wat waren hun hoogte- en dieptepunten? Hoe kijken zij vooruit naar het nieuwe jaar? Via het internet beantwoorden zij nieuwsgierige vragen van lezers van de website Onderste Boven.
1. Alweer verhuisd…. Wat hebben jullie weggegooid met deze verhuizing? Zijn er nog spullen waar je de vorige keer over twijfelde en die je de heel Raglan Street periode niet gezien/vast gehad hebt? Dingen die al uit Amsterdam meekwamen vanwege de emotionele waarde en waar je nu afscheid van kon nemen? (Arie Koelemij en Stef Lapien, Utrecht) TIM: ‘De verhuizing kwam inderdaad als een koude douche. Marc en ik hadden net afgesproken om ook het laatste jaar van ons verblijf in Sydney op de Raglan Street te blijven wonen. De eigenaresse had andere plannen... Maar ook hier geldt de wijsheid van Cruijff: elk nadeel heeft zijn voordeel. Door de onverwachte ontwikkelingen wonen we nu wel in de leuke wijk Newtown en dat was een oude wens van mij. Het huis is daarnaast twee keer zo ruim, dus we gaan er in alle opzichten erg op vooruit.’ MARC: `Nou, dat weggooien valt eigenlijk reuze mee. Kijk, het huis in de Newman Street is bijna twee keer zo groot als aan de Raglan Street. Natuurlijk, er zijn talrijke ongebruikte spullen die we uit Amsterdam hebben meegenomen. Wat doen toch al die Nederlandse boeken die we niet inzien? Die talloze cd's die we niet draaien in de kast?Ik heb me dat meermalen afgevraagd. Maar ja, ze zijn meegegaan en staan nu weer de ruimte te vullen en waarschijnlijk gaan ze weer op reis, zo gaat dat in het leven. We hadden ook nog een bankstel en stoel, waarvan we dachten dat die zouden gaan sneuvelen, maar de ruimte is zo groot hier, dat ze toch weer een plaatsje hebben gekregen. Maar die zullen hun laatste levensdagen in Australië gaan doorbrengen.' MARC: 'Wat een gewaagde vraag. Om een logeerpartij als dieptepunt aan te gaan duiden.... Dat kan helemaal niet! Al onze vrienden en familie die hier naar toe komen, zijn hoogtepunten, anders mogen ze niet komen. Een topper was natuurlijk de Van-den-Broeken invasie in juli. Op een gegeven moment waren we met ons zevenen in het kabouterhuisje aan de Raglan Street. Het paste allemaal net en de logeerpartij was een groot succes. Maar ook het verblijf van Arie en Stef tijdens de Mardi Gras was erg gezellig.' 'Het is echt leuk dat vrienden en familie blijven logeren als je ver weg woont. Dan leer je ze op een heel andere, vollediger manier kennen. Hoe zijn ze bij het opstaan, helpen ze mee? Echt fascinerend om te zien. Je leert de mensen zoveel beter kennen, beter eigenlijk dan als je in Nederland zo nu en dan op de koffie gaat.' TIM: ‘Het jaar 2008 was inderdaad een druk jaar wat de logeerpartijen betreft. Elk bezoek had zijn eigen charme en waarde en we vinden het elke keer bijzonder dat mensen de moeite nemen om ons op te zoeken. Qua aantal was het bezoek van schoonbroer Frank van den Broek, zijn vrouw, kinderen en aanhang en schoonzus Carla van den Broek een hoogtepunt. Het hele huis zat vol loges: van de garage tot en met de televisiekamer. Nu we in een groot huis wonen, vragen we ons af hoe het destijds allemaal paste in het poppenhuisje op de Raglan Street. Maar een mens is kennelijk toch flexibel. Wie in een goede bui is, kan veel verdragen.’ MARC: Tja, die beroving op Bali... Dat was eigenlijk in 2007, met een nasleep in 2008. Zo op het einde van het jaar gaat de gedachte terug: wat deed je in 2007 met de kerst en Oud en Nieuw? Grappig, de kerst van 2007 was weggezakt. Ik heb een vage herinnering aan een week die er wel was, maar eigenlijk ook weer niet. Zeker een nasleep van de beroving. Gelukkig noteer ik altijd de datum als ik iets heb gesport en hoe dat dan ging. Dus met mijn sportdagboekje, heb ik weer een en ander kunnen reconstrueren.' MARC: 'De vrienden die op bezoek komen, zijn je iets nader gaan bijstaan, denk ik. Maar ook de mensen die niet kunnen komen, blijven een plaats houden. Natuurlijk, er vallen altijd mensen af, er komen altijd nieuwe mensen bij, maar ik denk dat het in mijn geval toch redelijk stabiel is gebleven. Natuurlijk hoop ik dat fietsmaatje R. of boekenschrijver G. het lukt om een keer hier te komen, maar als dat er niet van komt, dan geef ik nog even veel om ze.' TIM: ‘Als je even terug bent in Nederland, dan merk je hoe hecht oude vriendschappen zijn en dat een grote afstand geen grote verwijdering hoeft te betekenen. Door de tijdelijke emigratie waardeer je ook de bestaande vriendschappen extra. Doordat je zelf ervaart hoe lastig het is om contact te krijgen met Australiërs, ben je blijer met de bestaande vertrouwdheid van de Nederlandse vrienden. Je neemt de bestaande relaties voor minder vanzelfsprekend aan.’ TIM: ‘Zijn wij anders tegen de media gaan aankijken? Misschien is dat zo. We ervaren nu dagelijks hoe lastig het is om goed te communiceren. Om het mild uit te drukken: veel collega’s in de Nederlandse media zijn daar niet zo sterk in. Ik zei het vorig jaar al: hoe vaak onze zakelijke mails of telefoontjes niet worden beantwoord… Je voelt je vaak vergeten. Je telt niet mee.’ TIM: ‘Het motto voor het jaar 2009 wordt: nóg meer genieten. Je zou dat als een cooling down kunnen zien. Onze missie in Australië (overleven) is immers al geslaagd, we kunnen wat meer relaxen. Vandaar dat we ook meer willen reizen. Verder hopen we een documentaire te kunnen maken over een ‘Nederlandse’ Aboriginal-stam in West-Australië. Aboriginals zouden zich in de zeventiende eeuw vermengd hebben met schipbreukelingen van een VOC-schip. Dat is een intrigerend verhaal.’ TIM: ‘Onze visie op Australië is niet gek veel veranderd, maar daar komen we straks op terug. In de verhouding met Nederland is het succes in die zin merkbaar, dat je niet elke opdracht meer hoeft te accepteren om je hoofd boven water te houden. Je kunt wat kritischer en onafhankelijker zijn. Je staat steviger in het leven. Dat voelt wel goed.’ MARC: `Ik heb het idee dat mijn visie op Australië wel een beetje klaar is. Een prachtig land met soms heel aardige mensen, maar ik denk niet dat het ooit wat wordt, als ik heel eerlijk bent. Het land is te groot en te leeg om goed te besturen. Het is toch iets te veel `Ieder voor zich en God voor ons allen'. Dat is geen verwijt, het is een constatering en als je in zo'n leeg en groot land woont, ver weg van alles en iedereen, dan moet je het vaak maar zelf zien te klaren. Een reis bracht ons onlangs nog in Alice Springs. De omgeving is prachtig, midden in de woestijn, maar wat daar aan lelijkheid in het dorpje was samengebald, je houdt het niet voor mogelijk.' MARC: `Goed gezien. Er moet een soort haat-liefde verhouding bestaan met het onderwerp waarover je bericht. Ik pak het voetbal er maar bij. Een voetbalverslaggever moet natuurlijk van het spelletje houden, anders is het niet leuk om erover te schrijven. Maar hij/zij mag natuurlijk nooit achter een club aanhollen. Integendeel, hij of zij moet kritisch, op afstand over de verrichtingen van Ajax, Feyenoord (kom op Rotterdam) of PSV schrijven. Elke misstand moet worden blootgelegd, om het maar heel idealistisch uit te drukken.' TIM: ‘Een goede vraag! We hebben inderdaad een bipolaire relatie met dit land. In veel opzichten is Australië nogal irritant: het conservatisme, het indirecte reageren van mensen, de ongelooflijke bureaucratie en de angst om verantwoordelijkheid te nemen, de agressie van automobilisten, het slecht geregelde openbaar vervoer, het populisme van veel politici, het gebrek aan visie, de geringe sociale cohesie. Maar aan de andere kant is het een heerlijk vakantieland met heerlijk weer.' TIM: ‘We zijn veel vollediger in ons werk geworden en daardoor beter. We hebben geleerd om te filmen, om het geluid goed te doen, om te monteren, om het stuk per internet naar Nederland te sturen. We hebben verder geleerd om radioreportages te maken. Samen met onze schrijfvaardigheden zijn we daarmee de ultieme multimediale journalisten geworden.’ MARC: `Ik denk dat ik wel beter, liever gezegd, veelzijdiger ben geworden. Als ik in Amsterdam was gebleven, dan had ik nooit leren monteren en een kijkje kunnen krijgen in het vak van televisie maken. Dat vind ik een waardevolle aanvulling op mijn journalistieke vakmanschap. Via een omweg moet de ervaring op tv zich vertalen in beter werken voor een krant. Bij de krant heb je soms het idee: ik bel het wel bij elkaar. Maar tv dwingt je om er heen te gaan en te kijken wat er aan de hand is op de plek waar het over gaat. Hoe de mensen kijken, hoe warm of hoe koud het is, ga zo maar door. MARC: `Tja, dat is lastig om aan te geven. Het bureau komt langzaam maar zeker een beetje op de kaart te staan en soms stromen de opdrachten binnen, al moeten we het meeste werk gewoon zelf bij elkaar praten. Een paar grote evenementen hebben zeker geholpen. Bijvoorbeeld het pausbezoek, daar kan geen krant of media omheen. Die week was top. Keihard werken en dan weer een tijdje wat rustig aan doen. Wat ook bijdraagt aan het succes is dat we ook voor de Vlaamse tv wat werk kunnen doen. Dat levert ook zo nu en dan wat op. En in 2008 hebben we zelfs drie keer de Deense tv gehaald. Dus dat draagt er allemaal aan bij dat de omzet is gestegen. Maar of we dat in 2009 volhouden? Financiële crisis hè. We zien wel.' TIM: ‘We hebben er veel profijt van dat we verschillende disciplines beheersen: kranten, magazines, internet, radio, tv, kort nieuws, langere reportages: iedereen kan bij ons aankloppen. En we leveren natuurlijk geen prutswerk. Je merkt dat na twee, drie jaar je naam is gevestigd in Nederland: voor verhalen uit Australië moet je zijn bij het Mediabureau Onderste-Boven in Sydney. Het gebeurt steeds vaker dat opdrachtgevers spontaan bij ons aankloppen. Wij hoeven steeds minder aan werving te doen. Een beter signaal dat de zaken goed gaan, is er niet.’ TIM: ‘Geen van beide. Ik ben de dagen niet aan het aftellen en ik wil ook niet stiekem blijven in Australië. Het Mediabureau loopt inderdaad erg goed, maar ik ben eigenwijs genoeg om te denken dat we ook weer in Nederland succesvol kunnen zijn. Ja, ik ken alle sombere prognoses over de economie en de oplopende werkloosheid. Maar ik heb één ding geleerd van dit Australië-avontuur: het heeft geen zin om je vooraf zorgen te maken over dingen die kunnen gebeuren. Het leven verloopt toch altijd anders dan gepland. Met inzet, enthousiasme, kwaliteit en zelfvertrouwen kom je een heel eind.’ MARC: `We tellen de dagen niet af, het is geen straf om hier te mogen wonen, maar ik denk wel eens hoe het zou zijn als je in 2010 weer in Nederland woont. Ik raak niet langzamerhand gesteld op Aussieland, dat zit er niet in. Ik zou hier niet willen doodgaan, om maar eens wat te zeggen. En ja, het bedrijf draait lekker, het zij zo. In journalistenland geldt dat je na een jaar of vijf maar weer eens moet verkassen naar een andere stek. Na vijf jaar word je te veel inwoner van het land in plaats van nieuwkomer.' MARC: `Nee, geen flauw benul. Nou ja geen flauw benul, dat is niet helemaal eerlijk. Wie weet weer ergens aan de slag, maar wie wil een 55-jarige nog hebben? We moeten doorwerken van Balkenende tot weet ik wanneer, maar het grappige is dat helemaal niemand je aanneemt als je wat ouder bent. Voor een deel is dat begrijpelijk, je bent relatief duur, waarschijnlijk minder flexibel (maar wat zegt leeftijd nu helemaal) en vast vaak ziek. Dus ik zie wel, wie weet nemen we de post Berlijn of Madrid wel op. Als we dat doen, dan moet het in ieder geval in Europa zijn.' TIM: ‘Er zijn verschillende opties: ik kan gaan freelancen bij bestaande redacties. Ik kan ergens in vaste dienst gaan, maar wie wil een bijna 50-jarige in loondienst nemen? Of ik ga als freelancer verder met het Mediabureau Onderste-Boven, zoals ik al deed, voordat we naar Sydney vertrokken. Zoals gezegd: ik maak me daar weinig zorgen over. Kom tijd, komt raad.’ TIM: ‘Hahahaha, dat is er niet. Maar we kennen ook hier wel een ‘Woord van het jaar competitie’. In 2008 scoorden de volgende woorden hoge ogen: MARC: `Het woord zou uit het Duits komen, heel bijzonder in deze tijd van het oprukken van de Engelse taal in het Nederland. Ik zou niet weten hoe we dit nu weer in het Engels moeten uitleggen aan onze Engelse vrienden en kennissen hier. Volgens de Van Dale Engels-Nederlands bestaat er helemaal geen werkwoord swaffle . Natuurlijk wel to swag. wat zoiets als slingeren betekent. Dan zijn we toch een beetje in de buurt. ' MARC: `Ik denk dat we ons oude leven in Amsterdam weer snel gaan oppakken en dat we weer in onze oude patronen gaan vervallen. In juli zijn vrienden van ons uit Sydney teruggegaan naar Amsterdam. Ze hebben hier ruim twee jaar gewoond. Ze vertellen dat ze na een week Nederland het gevoel hadden dat Australie helemaal niet was gebeurd. Dat het verblijf een droom was en niet echt. Nou goed, wij komen na ruim vier jaar weer terug en mogelijk is het gevoel dan anders, maar we moeten ons natuurlijk wel op voorbereiden. De ervaring hier is er een die ik niet had willen missen.' TIM: 'Volgens de ervaringsdeskundigen ben je na een emigratie jarenlang ontworteld in je moederland. We lopen dus het gevaar dat we straks moeilijk kunnen wennen aan het Nederlandse leefritme. Maar ik heb zelf gemerkt hoe razendsnel je je kunt aanpassen. Na een paar dagen Amsterdam heb je al het idee dat je nooit bent weggeweest. Ik ben dus niet zo bang voor een post-Sydney-depressie. De naam 'Mediabureau Onderste-Boven' is ons geestelijk eigendom, dus die naam zal eeuwig blijven bestaan, al is het alleen in ons hart en in onze gedachten.' |
Na vijf jaar weg vijf uur te laat op Schiphol
Lekker skiën in laatste week voor terugkeer Marc en Tim in ijle kou op dak van Hawaï Na emotioneel vertrek uitblazen op Hawaï Weemoedig afscheid van vrienden SydneyVertraging verbouwing Weesperzijde Marcheren door Sydney voor Mardi Gras Naakte fotosessie op voor Opera House Laatste drie weken in Australië zijn druk Asbest gevonden bij werk Weesperzijde Pretentieloos vermaak op cruise voor homo's Stormloop kijkers op huis Newman Street Kamperen op goddelijk strand boven Sydney Afscheid van vrienden in koud Melbourne Isolatie Weesperzijde is begonnen Bouwvakkers aan de slag op Weesperzijde Het Grote Marc & Tim Interview (IV, slot) Regen kan de kerst in Sydney niet bederven Eventjes op reis naar Vanuatu in de Pacific Japanse Sinterklaas op bezoek in Sydney Demonstreren voor het homomuwelijk |
|||
wijziging op: 29-03-2010 |