Weekendje weg naar de stranden ten noorden van Sydney
Marc geeft les in kamperen
aan Chinese vriend
FORSTER, 27 JAN. 2010 - Australie heeft veel moois te bieden, maar niet altijd in de stad. De stranden zijn onovertroffen. In de laatste zomer van zijn verblijf ging Marc van den Broek daarom maar eens kamperen met zijn Chinese vriend Wen Bin Wang bij een strand 300 kilometer boven Sydney. Het was warm, de zee blauw. Kom daar in Nederland maar eens om.
Picknick op het strand in het oranje van de ondergaande zon.Marc kent Wen al een aantal jaren en drinkt wel eens een biertje met hem. Hij had al een paar keer gevraagd of Marc een keer mee wilde gaan kamperen ergens buiten Sydney. Wen heeft onlangs een kampeeruitrusting, compleet met luchtbed en pomp, gekocht en wil die graag uitproberen. Alleen kent hij niemand die kamperen ook leuk vindt en die hem de kneepje van het vak kan bijbrengen.

Hitte
Marc wil wel een keer mee. De keuze valt op een camping drie uur boven Sydney in het Booti-Booti National Park, niet ver van het stadje Forster. De camping ligt in een nationaal park en dat staat garant voor wat minder gestroomlijnd kamperen. Op de dag van aankomst is het ongekend warm (40 graden) en het kost enige moeite om een plekje in de schaduw te vinden, maar dankzij de kleine afmeting van de tent lukt dat.

Bij het opzetten blijkt de geringe ervaring van Wen. De tent staat op duinzand, de grond is zo zacht als boter, de haringen verdwijnen met de kracht van een pink in de grond. Wen heeft echter een hamer meegenomen en gebruikt die ook. Later zal hij de haringen met een nijptang gaan verwijderen. `Zo hoort het toch', zal hij zeggen.

Met een nijptang drijft Wen de haringen het duinzand in.Storm
Ook zijn vertrouwen in de tent is niet bijster groot. Die nacht steekt er een behoorlijke storm op die flink aan de tent trekt. De buitentent slaat tegen de binnentent, wat een onheilspellend kabaal voortbrengt. In het het holst van de nacht start Wen, enigszins in paniek, de auto om die een paar meter te verplaatsen. De auto moet dienen als windscherm. Dat de buren wakker worden van het geluid van de auto, dat realiseert Wen zich niet. `De tent loopt gevaar, ik moet handelen.' En ook de muggen dragen niet bij aan een onbezorgd avondje voor de tent, hoewel de overlast goed beschouwd reuze meevalt. `Ik had gedacht dat Wen iets meer ervaring had met kamperen', zegt Marc achteraf.

Seven Mile Beach
Het gebied is erg mooi. De camping staat bij het Seven Mile Beach, een ruim 10 kilometer lang zandstrand. Helaas zijn de golven erg venijnig en is de stroming nogal sterk, zodat meer dan pootjebaden niet mogelijk is. Het is soms moeilijk om op twee benen stand te houden in de golven. Bovendien houdt Wen niet van woest water. Hij is opgegroeid aan een rivier, waar het water rustig doorheen kabbelt en waar een duik geen gevaaar oplevert.

De kusten rond Sydney zijn erg fraai. Aan rustig water is in dit gebied ook geen gebrek. Op een paar plaatsen stroomt de zee het land binnen en daar zijn imposante zoutwatermeren ontstaan, waar het water zich gedeisd houdt. De stranden zijn daar iets minder mooi, maar je kunt niet alles hebben. `Dit is prachtig', mijmert Wen. `Hier kun je rustig gaan zwemmen.'

Aan zee is het zand zacht, de zon schijnt bedaard en het eten laat zich prima smaken. De zon gaat vuurrood onder, de wolken kleuren sprookjesachtig oranje en langzaam verschijnen de sterren aan de hemel. En zo nu en dan vliegt een mug voorbij. Dat is het leuke van kamperen, je zit in de natuur en dat zul je weten ook.

Marc blikt niet ontevreden terug op de kampeerervaring. `Het is vreemd om ineens 36 uur met iemand door te brengen die je alleen van het café kent. Je leert zo iemand wel goed kennen en dat is leuk. Maar ik ga toch liever met Tim kamperen.'

persoonlijk_foto
wijziging op: 29-03-2010