Marc en Tim verslaan verwoestende bosbranden in Victoria
Een week lang in De Hel op Aarde
MELBOURNE, 14 FEB. 2009 – Met de geur van rook in hun kleren en met indrukwekkende beelden op hun netvlies zijn Marc van den Broek en Tim Dekkers teruggekeerd van de verwoestende bosbranden in de deelstaat Victoria. Het journalistenduo beleefde de drukste week uit zijn bestaan. ‘De bosbranden in Victoria zijn met 200 doden, 1830 verwoeste huizen en 7000 dakloze bewoners de grootste ramp uit de moderne Australische geschiedenis’, vertelde Tim. ‘Het was bijzonder om als Mediabureau Onderste-Boven een bijdrage te leveren aan de verslaggeving van deze ramp.’
Voor Marc en Tim begon de drukte op zondag 8 februari. Een dag eerder sijpelden de eerste berichten binnen dat er bij de bosbranden doden zouden zijn gevallen, maar onduidelijk was hoeveel precies. De eerste berichten spraken over veertien doden. Marc en Tim hielden het nieuws scherp in de gaten en hielden contact met een collega in de streek. Ze waarschuwden ook opdrachtgevers in Nederland. Maar het weekend verliep grotendeels ongestoord. Marc: ‘Ik heb zondagmorgen in alle vroegte nog een triathlon gedaan en op zondagmiddag zijn we naar het toneel geweest; we hadden daarvoor al kaartjes gekocht. Toen we terugkwamen, werd duidelijk dat de bosbranden zouden uitgroeien tot een grote catastrofe. Al snel begon de telefoon te rinkelen en dat hield vervolgens niet meer op.’

Tim moest voor het VRT Journaal van 13.00 uur en 19.00 uur naar een studio in Sydney voor een live-gesprek. Ook het RTL Nieuws van 19.30 uur wilde een live-schakeling. Tim: ‘Door het tijdsverschil van tien uur, zat ik eerst om 11 uur ’s avonds en vervolgens om vijf uur en half zes in de ochtend in een televisiestudio in de wijk Rozelle. Tussendoor moesten we in allerijl een vlucht naar Melbourne regelen en een auto huren. Het was namelijk zonneklaar dat we zo snel mogelijk richting Victoria moesten. We hebben die nacht dus amper geslapen. Arme Marc, want hij was die ochtend al om vier uur opgestaan om te gaan sporten. ’

Nederlandse immigranten
Het eerste doel voor Marc en Tim was de regio Gippsland in Victoria; daar wonen honderden Nederlandse immigranten. De twee journalisten hadden van een collega de naam doorgekregen van een Nederlandse vrouw die haar huis had verloren. En zo reden Marc en Tim in hun huurauto naar het stadje Traralgon. Daar spraken zij met de Nederlandse Tineke Westwood, die nog duidelijk in een shock verkeerde. Ook filmden ze bij een opvangcentrum voor slachtoffers in de buurt. In een plaatselijk motel monteerden ze vervolgens twee onderwerpen voor RTL en VRT en schreven ze drie krantenartikelen voor Trouw, De Pers en de Volkskrant.
‘ ‘Het was gigantisch druk’, keek Marc terug. ‘We zijn die dag tot 4 uur in de ochtend bezig geweest. Ik was helemaal kapot. Ik moet toegeven dat ik ook onder de indruk was van alles. Tim heeft vaker grote rampen meegemaakt als verslaggever, maar ik kom niet verder dan de aardbeving in San Francisco in 1989. We hebben er ons die dag goed doorheen geslagen, ook al werkte de techniek niet mee.’

Hel op aarde
Hoewel sommige opdrachtgevers wilden dat Marc en Tim terugkeerden naar Sydney, besloten de Nederlanders toch te blijven in Victoria. Ze reisden naar de streek rond Kinglake, het dorpje dat door de branden van de kaart werd geveegd en waar 35 doden vielen. Daar konden zij een dag later met een persexcursie het dorpje even bezoeken. ‘We hebben ruim vier uur moeten wachten, voordat er een bus voor de media beschikbaar was’, wist Tim. ‘Maar we wilden hoe dan ook als één van de eerste journalisten het rampgebied binnentrekken.’

De busrit voerde door zwartgeblakerd bos, langs uitgebrande auto’s en verwoeste huizen. Marc; ‘Bewoners spraken over de ‘hel op aarde’ en dat was het ook. Dit was het Ground Zero van Australië. We mochten ruim een uur filmen tussen de puinhopen. Gelukkig kwamen we een slachtoffer tegen dat in de puinhopen van zijn huis naar spullen liep te zoeken. Deze man, Peter Thorp, was goed in staat om zijn verhaal te vertellen, zodat we voor RTL een aangrijpende reportage konden maken. Ik was van alle vernielingen en ellende erg onder de indruk. Het rare was dat sommige huizen onbeschadigd waren, zoals de bakkerij in de hoofdstraat. Twee meisjes waren daar aan het schoonmaken en ze vertelden dat ze de volgende dag de bakkerij weer wilden openen. Het was een mooi voorbeeld van de spirit van de Australiërs: niet opgeven, doorgaan!’

Heuvel
Marc en Tim gingen verder met hun reportagereis. Hoewel de ergste branden onder controle waren, was het gevaar nog lang niet voor iedereen geweken. Zo woonde er een Nederlands stel op een heuvel bij het plaatsje Healesville. De bosbranden daar bedreigden hun huis en de Nederlanders waren al dagenlang in de weer om hun huis te beschermen. Marc en Tim maakten er een reportage over voor RTL Nieuws. Ook bezochten ze voor het VRT-Journaal een Belgische kunstenaar, die in het dorpje Marysville al zijn bezittingen had verloren.
‘We hebben ongelooflijk hard gewerkt’, zei een uitgeputte Tim. ‘Maar dat hoort bij rampen. Ik vind het fascinerend om grote nieuwsgebeurtenissen te verslaan. Australië was wereldnieuws en gelukkig konden wij als correspondenten onze opdrachtgevers bedienen. Dit was met afstand de meest enerverende klus voor ons als Mediabureau. Nu maar hopen dat onze opdrachtgevers tevreden waren. Helaas neemt bijna niemand de moeite om feedback te geven, maar we hebben er een goed gevoel over.’

persoonlijk_foto
wijziging op: 29-03-2010