Elke week verschijnt een column over iets dat opvalt in Australië en wat voor een nieuwsgierige Hollander niet goed te begrijpen is. Nederland en Australië lijken natuurlijk op elkaar, maar dat valt bij nader inzien vies tegen. Een ontdekkingstocht door het onbegrijpelijke Down Under. Fair Dinkum! Echt waar!
De luchthaventrein

De trein naar het vliegveld is belachelijk duur. Zo duur, dat haast niemand er gebruik van maakt. Logische oplossing: maak de trein goedkoper. Niet in Sydney. Vanaf augustus 2007 kost de trein naar de luchthaven nóg meer.

Sydney heeft een prachtige spoorlijn naar de luchthaven. Even voorbij het Centraal Station duiken de treinstellen van City Rail onder de grond en stoppen dan na een luttele tien minuten bij de mooiste stations van de stad onder het vliegveld, een ritje van een kilometer of zes.  Daarna rijdt de trein verder naar de buitenwijken ten zuidwesten van de stad.

De trein is redelijk populair in Sydney. Dagelijks maken bijna een miljoen mensen gebruik van de treinen. Maar met de lijn onder de luchthaven wil het maar niet lukken. De stilte op de stations heeft niets te maken met de slapte in de luchtvaart. Integendeel. In Australië neemt het vliegverkeer een grote vlucht. De wegen naar het vliegveld boven de spoorbuis zijn dan ook overvol. Taxi’s rijden af en aan, het is een drukte van jewelste op de parkeerplaats voor de luchthaven. Maar op de ondergrondse pronkstukken van het openbaar vervoer in Sydney komt geen hond.

De spoorlijn naar het vliegveld van Sydney is een verhaal apart. De lijn is aangelegd voor de Olympische Spelen van 2000. Sydney moest een keurige treinverbinding met de luchthaven hebben en zo geschiedde. Alleen, de lijn is niet met overheidsgeld gefinancierd, maar door een consortium van banken en andere geldschieters. En die hebben een grote vinger in de pap bij het vaststellen van de prijzen van de kaartjes. Normaal kost een kaartje over een afstand van pakweg 7 km 2,50 euro, maar voor een enkele reis naar het vliegveld is de reiziger  circa 7,50 euro kwijt. De geldschieters mogen een in- en uitstaptarief in rekening brengen in een poging om de investeringen eruit te krijgen.

Bij de vaststelling van dat tarief zijn niet de slimste rekenmeesters aan de slag gegaan. Omdat de luchthaven zo dicht bij de stad ligt (dat is een ander verhaal) is een taxirit redelijk goedkoop. Voor veel mensen die op pakweg een kilometer of 15 van de luchthaven wonen, is een rit per taxi met zijn tweeën veelal goedkoper dan twee treinkaartjes. En de taxi haalt je thuis op of zet je daar weer af. Een treinkaartje moet fors goedkoper zijn, wil er sprake zijn van werkelijke concurrentie.

Dit moet dus wel fout gaan. De eerste financier van de lijn is al failliet verklaard, nu mag een nieuwe investeerder, geleid door de bank Westpac, het proberen. De overheid wil of kan de lijn niet kopen en de tarieven gelijkstellen aan de rest van de stad.

Groot was de verrassing van de plannen die het consortium deze week presenteerde om uit de misère te komen. Een tariefsverhoging! Een kaartje gaat tussen de tien eurocent en anderhalve euro meer kosten. En dat terwijl de analisten op een halvering van de tarieven hadden gerekend. De woordvoerder van de bank: `Een taxi uit het centrum van de stad kan soms wel veertig dollar kosten, dan is een trein kaartje van twintig dollar nog heel concurrerend’, meent de bank koppig.

recent_foto
column
fair dinkum
wijziging op: 9-03-2010