Elke week verschijnt een column over iets dat opvalt in Australië en wat voor een nieuwsgierige Hollander niet goed te begrijpen is. Nederland en Australië lijken natuurlijk op elkaar, maar dat valt bij nader inzien vies tegen. Een ontdekkingstocht door het onbegrijpelijke Down Under. Fair Dinkum! Echt waar!
De dodenherdenking
dodenherdenkingVoor de Australiërs is 25 april bijna een heilige dag. Het is dan ANZAC Day, de dag dat de doden en de daden in de diverse oorlogen worden herdacht. ANZAC staat voor Australian New Zealand Army Corps. Op 25 april 1915 landden tienduizenden Australische- en Nieuw-Zeelandse soldaten op de Turkse kust bij Gallipoli. Het was voor het eerst dat soldaten uit Down-Under betrokken raakten bij een grootschalig internationaal conflict. De bedoeling was om de Turkse kanonnen bij de kust uit te schakelen, zodat de Zwarte Zee voor de geallieerde schepen veilig bevaarbaar zou zijn.
De landing werd een fiasco. De Australische- en Nieuw-Zeelandse soldaten kwamen niet verder dan het strand; het Turkse vuur was te dodelijk. Na acht maanden ploeteren, trokken de Australische en Nieuw-Zeelandse soldaten zich terug. Aan Australische zijde waren 8000 slachtoffers gevallen, aan Nieuw-Zeelandse zijde 2700.

De verpletterende nederlaag had een verpletterend effect in eigen land. Nog nooit waren deze twee relatief jonge landen zoveel jonge mannen kwijt geraakt. Opmerkelijk genoeg besloten de landen het militaire fiasco vanaf 1941 elk jaar groots te herdenken met ANZAC Day. Gallilpoli is voor de Australiërs het symbool van opofferingsgezindheid, van kameraadschap, van moed in tijden van wanhoop. Elke stad en elk dorp in Australië heeft een eigen ANZAC gedenkteken. Het monument is vaak een stenen zuil, waarin de namen staan gegrift van de omgekomen dorpsgenoten. Elk jaar op 25 april wordt bij zonsopkomst, het moment dat in 1915 de landing bij Gallipoli begon, een krans gelegd bij de monumenten.

Ook in het Turkse Gallipoli zelf worden de doden herdacht. Opmerkelijk genoeg is deze plek een trekpleister geworden voor Australische jongeren, die massaal op 25 april naar Turkije reizen. Volgens deskundigen hebben deze jongeren behoefte aan een moment van bezinning, bij gebrek aan andere (religieuze) diepgang. Een paar jaar geleden dreigde ANZAC Day in Turkije te ontsporen: de jongeren maakten van de herdenking een soort popfestival met muziek en alcohol. Sindsdien zijn de regels aangescherpt en het programma versoberd.

Alle Australische tv-zenders doen live verslag van de herdenking in Gallipoli, gevolgd door herdenkingsfestiviteiten in de grote steden. De oud-strijders marcheren stram en stijf met rinkelende medailles over de straten, vaak met kinderen en kleinkinderen. Of ze worden geduwd in hun rolstoelen. Langs de kant klappen en juichen duizenden Australiërs. De tv-zenders maken er een patriottistische show van. Australië heeft dan veel weg van Amerika, waar het chauvinisme en nationalisme te weinig grenzen kennen. En natuurlijk wordt er op deze nationale vrije dag gedronken. Veel gedronken, het blijven tenslotte Australiërs. De oud-strijders, de diggers, krijgen in de kroeg vaak gratis drankjes; het is tenslotte hun dag. Aan het einde van de middag zwalkt menig oud-soldaat terug naar huis. Hun kinderen en kleinkinderen drinken verwoed mee. Op de Australische tv was te zien hoe een vrouw stomdronken in een taxi zat. `Ik herdenk mijn opa die in de oorlog heeft gevochten', bralde de vrouw, terwijl ze een blikje bier uit het autoraampje stak.
recent_foto
column
fair dinkum
wijziging op: 9-03-2010