Elke week verschijnt een column over iets dat opvalt in Australië en wat voor een nieuwsgierige Hollander niet goed te begrijpen is. Nederland en Australië lijken natuurlijk op elkaar, maar dat valt bij nader inzien vies tegen. Een ontdekkingstocht door het onbegrijpelijke Down Under. Fair Dinkum! Echt waar!
Het baantjestrekken
feboutgamesZwemmen is in Australië een serieuze gelegenheid. Het land brengt topzwemmers voor en trimtochten in zee trekken honderden en honderden deelnemers die de niet flauwe branding in zee zonder problemen de baas zijn. Het is een ware volkssport. In de zwembaden is dat te zien. Daar liggen bijna altijd lijnen in het water om de zwemmers zo goed mogelijk ongestoord baantjes te laten trekken. Kom daar in Nederland maar eens om. Daar wordt het zwembad meestal bevolkt door spelende kinderen of kwebbelende huis-vrouwen. Baantjeszwemmen kan eigenlijk niet goed.

Wie als Nederlander een Australisch bad binnenstapt,kijkt de ogen uit. Allereerst de omvang. Aan 25-meter baden doen ze nauwelijks. Is 25-meter zo'n beetje de norm voor binnenbaden in Nederland, in Australië, toch al het land van de grote afstanden, trekt een zwemmer zijn speedo niet aan voor zo'n pierebadje. Vijftig meter moet het zijn, en als dat dan niet lukt is toch 33,3 meter (drie baantjes is 100 meter) het minimum. Spelende kinderen zijn in het hoofdbassin streng verboden. De zwembaden zijn hier voor wat het woord al zegt: zwemmen. Spelen doe je maar elders. Veel binnenbaden hebben dan ook een groot speelbassin met warm water voor de kleintjes, prima geregeld zo.

Voor het grote bassin staan bij banen bordjes, met wie welkom is in dat stuk water. De buitenste banen (1 en 8) zijn voor de trage schoolslag, een nogal onpopulaire slag in het macholand Australië. De banen 2 en 7 zijn goed voor elke slag, meestal bedoeld voor de sneller schoolslagzwemmers, rugslag en trage borstcrawl. De overige banen zijn voor de crawl, de banen 3 en 6 voor de matig snelle en 4 en 5 voor de torpedo's in het water. Er bestaan veel varianten op dit thema. Sommige zwembaden hebben zelfs banen gereserveerd voor de waterkunstenaars die een koprolkeerpunt willen maken, dus daar mag je niet uitrusten op de kop van de baan.

Het systeem werkt redelijk goed. Natuurlijk zwemt er wel eens iemand schoolslag in baan 4, maar omdat het niet zo druk is, levert dit geen probleem op. Anders sturen de overige zwemmers de persoon naar een andere baan, de badmeesters houden zich meestal afzijdig van de overtredingen in de banen. Zelfregulering is hun devies en dat gaat meestal wonderlijk goed. Heerlijk deze zwembaden. Je kunt bijna op elk moment van de dag echt zwemmen en je hoeft niet in een strak schema te kijken of er misschien in een 25 meter bad een uurtje is vrij gemaakt voor mensen die willen zwemmen, zoals in Nederland. En ook op zaterdag en zondag zijn de baden gewoon geopend.

Laatst bij een bezoek aan een Nederlands zwembad viel het verschil weer op. In het golfslagbad Oss bijvoorbeeld, tijdens een bezoekje op een willekeurige maandagmiddag. Ja, u kunt baantjes trekken, had de caissière verzekerd voordat ze 5,25 euro (!) inde. Dat is even slikken. Talrijke vijftig-plussers zijn te water en houden traag baantjes trekken zowaar hun haar droog (erg knap). En het is druk, erg druk. `Als u baantjes wil trekken, dan moet u maar helemaal rechts bij baan 1 en dan gaan de mensen vanzelf uit de weg', zegt de badjuf, die van kritiek niets wil weten. `Echt baantjes trekken kunt u op sommige dagen om zeven uur terecht.' Nee, dan doen de Australische zwembaden het stukken beter, de vijftig-plussers krijgen hier nat haar na een uurtje bewegen in het water. En zo hoort het ook.
recent_foto
column
fair dinkum
wijziging op: 9-03-2010