Elke week verschijnt een column over iets dat opvalt in Australië en wat voor een nieuwsgierige Hollander niet goed te begrijpen is. Nederland en Australië lijken natuurlijk op elkaar, maar dat valt bij nader inzien vies tegen. Een ontdekkingstocht door het onbegrijpelijke Down Under. Fair Dinkum! Echt waar!
De BYO
Hoe bizar dit land ook is, soms heeft de Australische samenleving briljante trekjes. Neem de BYO. De wat? De BYO: Bring Your Own. In vrijwel elk restaurant kun je als klant zelf je fles wijn (of bier) meenemen. De ober neemt de fles in ontvangst, ontfermt zich over schroefdop of kurk en serveert de fles op tafel. Voor de zuinige Nederlander is de BYO ideaal. Lekker zelf je flesje van 3,50 euro opdrinken in plaats van een high-brow wijn te kiezen van de veel te dure wijnkaart in het restaurant. Dat scheelt een hoop geld.

Het idee om zelf je drank mee te nemen stamt uit Angelsaksische landen als het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Canada. Daar wordt gesproken over Bring Your Own Booze (alcohol): BYOB. De afkorting BYOB werd al gebruikt rond 1800, toen de mensen zelf hun mand meenamen naar een picknick in het park. Bring Your Own Basket, heette het toen. Vanaf de jaren 50 in de twintigste eeuw stond BYO synoniem aan het meenemen van alcohol.

In Australië, het land van de noeste werkers en de patjepeeërs, doet iedereen aan BYO; van de bouwvakkers in de goedkope Thai-eettentjes met keihard TL-licht, tot en met de kak-mevrouwen met parelkettingen in restaurants met stijf linnen en knippende obers. In de bekende straten met restaurants hebben zich overal slijterijen genesteld. Het is heel gewoon om vóór het bezoek aan het restaurant met z’n allen een slijterij in te lopen en een fles uit te zoeken. Omdat je volgens de wet niet met alcohol over straat mag lopen, wordt die fles in een bruine, papieren zak gestopt. Die papieren zak wordt een paar minuten later in het restaurant weer vrolijk weggegooid.

Ook op feestjes en partijen geldt het BYO-principe. Als je wordt uitgenodigd voor een verjaardag of wat-dan-ook, gaat de gastheer ervan uit dat de gasten zelf hun drank meenemen. Ook makkelijk, je drinkt wat je zelf lekker vindt en er is op feestjes altijd genoeg. Maar vanuit Hollands standpunt gezien, is dit een beetje ongastvrij. Als je mensen uitnodigt, dan zorg je toch ervoor dat de gasten lekker kunnen drinken en eten?

In nuffige Sydney-restaurants  bestaat hier en daar de trend om de BYO-bezoekers te straffen. Je mag wel je eigen wijn meenemen, maar je moet dan een corkage-fee betalen. Een kurktoeslag. Dat kan aardig oplopen. Sommige restaurants vragen een toeslag van 7 dollar per persoon (4 euro). Wie met zijn vieren dineert, betaalt dan vaak meer aan kurktoeslag dan de fles wijn zelf heeft gekost. Op deze manier proberen de hebberige restaurant de verkoop van hun  eigen (dure) wijn op de wijnkaart te promoten. Maar de echte BYO’er weet: boycotten dit restaurant.

Op een Britse website krijgen BYO-dinergasten allerlei tips mee. Zoals: neem niet te goedkope wijn mee en geef de ober een riante tip, ter waarde van de fles wijn. Maar dat is erg Brits gedacht. In Australië maakt het niet uit of je de fles wijn uit de Aldi hebt meegnomen. En aan tips doen ze hier amper, dus je hoeft bij het afrekenen niet moeilijk te doen. BYO is simpel, goedkoop en makkelijk.

Het wordt tijd dat Nederland Australië achterna gaat. Neem zelf je fles mee!

FOTO ANYA VAN LIT

recent_foto
column
fair dinkum
wijziging op: 9-03-2010