Elke week verschijnt een column over iets dat opvalt in Australië en wat voor een nieuwsgierige Hollander niet goed te begrijpen is. Nederland en Australië lijken natuurlijk op elkaar, maar dat valt bij nader inzien vies tegen. Een ontdekkingstocht door het onbegrijpelijke Down Under. Fair Dinkum! Echt waar!
De fooi

Het is altijd een lastige tak van sport: hoeveel fooi moet je geven, nadat je heerlijk hebt gegeten in een restaurant? Regels zijn er nauwelijks, begerige ogen van zogenaamd ijverige obers des te meer. Het gedoe met de tip is vaak een dompertje op een geslaagde avond. `Heb ik wel genoeg gegeven?' Of zegt je tafelgenoot, als je naar buiten wandelt: `Zoveel was toch helemaal niet nodig?'

In Australië (en Nieuw-Zeeland) speelt dit dilemma niet. De obers en serveerders zijn vaak oprecht aardig, omdat je een klant bent en iets van ze gaat kopen. Daar hoeft dan absoluut geen fooi meer bij. Als je een paar munten of een biljetje achterlaat, dan word je vaak achterna gelopen om het geld terug te brengen. En als je dan toch waltwilt geven? Bij de kassa is er een glas of bakje, waarin je het kleine wisselgeld kunt werpen.

Wat een verademing in vergelijking met Europa. Daar is het bedrag op de kaart altijd inclusief belasting en bediening, maar dat wil niet zeggen dat de obers geen tip verwachten. Niet dat ze in Europa nou zo hun best doen. Veelal word je ongeinteresseerd behandeld door het personeel dat de bestelling komt opnemen en brengen. De houding is: jij moet blij zijn dat je mag komen en dat je wordt bediend. Het zou toch moeten zijn dat ZIJ blij zijn dat jij jouw geld bij hen komt uitgeven. Kortom, goede bediening in een normaal geprijsd restaurant is een zeldzaamheid, zeker in Nederland.

De vanzelfsprekendheid waarmee een tip wordt verwacht, is in een totale tegenspraak daarmee. Zoiets als tien procent is toch wel het meest normale en als het minder is, word je bijna de tent uitgekeken. Erg onaangenaam allemaal en eigenlijk nogal onprofessioneel van de uitbaters. Nergens betaal je een tip in de wereld, alleen in restaurants (en taxi's, maar daar gaan we het niet over hebben nu).

In Australië hebben ze dat goed begrepen. Daar staat een prijs op de menukaart en dat is het dan. Geen gluiperige obers die hopen dat ze nog een briefje toegestopt krijgen omdat ze hun werk naar behoren hebben gedaan. Je betaalt, krijgt het wisselgeld en je kan dan altijd nog wat munten in een glas gooien. Trouwens, in Australië betaal je vaak aan de kassa na het eten, de rekening wordt meestal niet naar de tafel gebracht (tenzij het restaurant duur is). Bij betaling aan de kassa is de verleiding om te tippen toch al minder groot dan als de ober zo'n nep-leren mapje op de tafel legt.

Bovendien is het niet geven van tip eerlijker voor de belastingen. De fooi valt in een fiscaal schemergebied. Er hoeft uiteraard geen loonbelasting te worden betaald, want het is geen loon, maar het bedienend personeel moet het bedrag wel opgeven bij de inkomstenbelasting. Iets wat niemand doet natuurlijk. Als de serveerders een normaal goed salaris krijgt, dan speelt dit probleem niet, wat eerlijker is naar personeel in vergelijkbare branches, zoals in supermarkten, kappers en conducteurs.

In hét land van de fooien, de VS, is het ook geregeld, voor de klant dan. Daar staat op de menukaart dat belasting en bediening NIET zijn inbegrepen. Duidelijk. Dus komt er nog een fiks bedrag bij de uiteindelijke rekening. Hoe hoog de fooi dan moet zijn, is weer een ander probleem. De laatste tijd gaan percentages rond van 15 tot 20 procent, voorwaar fors. Op zichzelf is er niet zoveel verkeerd met het systeem. De obers zijn meestal voorkomend en je krijgt vaak ook één ober aan je tafel. Er circuleren lijstjes met tips om de kans op een hoge tip te verhogen, zoals breed lachen, knielen bij het opnemen van de order en de klant subtiel aanraken. De ober moet werken voor zijn geld. In de VS geldt de etiquette dat als de service beroerd was er één cent wordt achtergelaten als fooi.

Maar voor het personeel is dit systeem middeleeuws. Het basisloon is laag, dus moeten obers, kelners en serveersters hopen dat de klant gul is om een behoorlijk inkomen te vergaren. Nee, in Australië is het top, waar het personeel redelijk wordt betaald en niet loopt te vissen op fooien.

recent_foto
column
fair dinkum
wijziging op: 9-03-2010