Eigenlijk vallen de temperaturen mee op de tocht naar het noorden, met uitzondering van het begin dan. In een van de voortassen zitten kleren om ook bij het vriespunt behaaglijk te kunnen fietsen, maar die zijn niet tevoorschijn gekomen. Tot vandaag. In de vroege ochtend is het 3 graden bij een bewolkte hemel met een stevige noordenwind, die de gevoelstemperatuur laat dalen tot ongeveer nul. De winteruitrusting kan worden getest. Eindelijk. En gaande de kille dag maken besneeuwde bergtoppen in de verre verte het winterbeeld compleet.
Bij vertrek was het iets minder koud geworden, maar veel warmer dan een graad of 7 is het die dag niet geworden. Hiermee is dit een van de koudste dagen, samen met de dag van vertrek en de dag naar Hamburg. De voor veel geld in Amsterdam gekochte kleren voor koud weer mogen aan. Een lange fietsbroek met bretels, een duur zweethemd dat je altijd warm en droog houdt en een high tech jas die de kou van de meest gure wind buitensluit. Verder gaan de overschoenen aan, dikke sokken en dichte handschoenen. Onder de helm gaat een speciale helm-ijsmuts en om de nek uiteraard de sjaal.
En het werkt nog ook, want echt koud heeft de Noordkaap-fietser het niet gehad in dit Arctische weer. Soms een beetje bij de handen, maar dat mag geen naam hebben. Soms komt de zon even kijken, soms druppelt het uit de hemel. En de wind blaast ijverig uit het noorden, vandaag geen kilometer cadeau. Dat is dus werken geblazen met als gevolg dat het zweethemd absoluut niet droog blijft. Het supersonische jack kan het lichaamsvocht van de poriën niet goed afvoeren.
Dat is vooral lastig bij een stop in de buitenlucht en die is er vandaag. De route is slechts honderd kilometer, maar er is onderweg maar één plek, bij de grens met Finland, waar een uitspanning is om binnen te zitten. Die is al na 25 kilometer bij Kolari en voor de rest is er niets. Wel huizen onderweg, maar geen café, benzinestation of overdekt bushokje om te vluchten voor de kou. Wel schitterende picknickplaatsen bij de rivier die de grens vormt tussen Zweden en Finland, maar dan zit je in de volle wind.
Dus na een pauze in de beschutting van het bos gingen de klappertanden na vertrek weer even aan. Als de lichaamsmotor weer draait, is dat ook weer weg. Al met al een memorabele dag, waarbij het weer eindelijk het idee geeft in een toendra te zijn. En de fietser lijdt niet, hij trapt braaf de honderd kilometer tegen de wind weg, zonder zich erover op te winden.
De ochtend begint met een gemoedelijk gesprek met de buurman voor één nacht in Zweden. Een Zwitserse man is ook op weg naar het noorden. De Noordkaap heeft hij al gedaan. Nu wil hij langs de Noorse kust gaan afzakken om de fjorden en de eilandengroep de Lofoten te zien. Hij is in noord-Zweden begonnen. Paul (52) werkt bij de Evangelische Kerk in St Gallen en vraagt zich af waarom toch zoveel mannen, van pakweg 50 dergelijke tochten doen, een vraag die bij velen oprijst bij het aanschouwen van de stoet grijsaards noordwaarts. De Noordkaap-fietser valt uitdrukkelijk in die categorie en ook de andere fietsers, met uitzondering van de Duitser Oliver, is iedereen die onder weg een gesprekje aanknoopt, vijftig-plus.
‘Ik denk dat het ermee te maken heeft dat mensen dit doen als een soort pelgrimage. Ze willen weer even de baas zijn over hun eigen leven, zelf bepalen wat ze wanneer doen om een doel te bereiken. Tegenwoordig moet alles sneller, doelen worden bereikt, jagen en dit breekt.’ Hij vindt het noorden van Europa fantastisch met het licht en de bossen. Hij maakte twee jaar geleden met zijn 19-jarige dochter een tocht naar de Noordkaap vanuit de zuid-Zweedse stad Malmö. Hij laat vol trots de foto’s zien van de tocht met als hoogtepunt de zon bij de kaap om half een ’s nacht.
Paul is een gezellige prater en vertelt vol trots over zijn kerk die tot de meest linkse van het land behoort. Homohuwelijk inzegenen, geen probleem. ‘We hebben pastoors die homo zijn’, vertelt hij. De Zwitser heeft een theologische opleiding, mag preken, maar is geen pastoor of dominee. Hij is er voor de Gemeindeentwicklung en de Mitarbeiterförderung (Hoe vertaal je dat in vredesnaam). De Noordkaap-fietser kan op zijn beurt vol trots vertellen dat zijn schoonmoeder ook tot zo’n soort kerk behoort en zich ook actief inzet voor een betere wereld. Paul gaat naar het noorden, maar langs een andere weg, dus na de ochtendbabbel scheiden de wegen zich al weer. They come and go.
Alleen verder tegen de wind, alleen de grens met Finland over, alleen verder naar het noorden. Een rustige weg, wat rendieren en dan twintig kilometer voor de etappeplaats, blik op echte sneeuw op de bergen. In de verte maar toch. En dan niet zo’n kunstmatig sneeuwhoopje op een piste zoals een dag of tien eerder, nee besneeuwde bergen. De bomen worden kleiner, de berken verschrompelen al vaak tot struiken. Het heeft lang geduurd, maar de toendra kan nu echt niet ver meer zijn.
En wat ook bijzonder is. Op de 31ste dag van de Noordkaap-tocht gaat de zon niet meer onder. Althans volgens de weer app. die wordt gebruikt voor de statistieken van de rit. Een beetje snel eigenlijk. Nu is geen zonsondergang niet helemaal goed gedefinieerd. Want blijft er vandaag een vlekje van de zon zichtbaar of blijft de hele cirkel boven de horizon? Bovendien moet je uitzicht hebben op de echte horizon en die heb je alleen aan zee en zeker niet in zo’n knus hutje op de Zweeds-Finse grens. Dus nog even wachten om het fenomeen met eigen ogen te aanschouwen.
