Maandag 2 juni
Zon weigert onder te gaan

Is het echt waar, zoals de zon-app aangeeft dat de zon al op de 31ste dag van de Noordkaap-reis niet meer ondergaat. Er zijn twijfels. Zo snel al, zo dicht bij de poolcirkel nog en best lang voor midzomer 21 juni. Het huisje voor de nacht heeft een raam naar het noorden, kijkt uit over een meer en het is dus een kwestie van wachten en wachten om te kijken wat er gebeurt.

Het geluk is met de Noordkaapfietser. Er zijn wat witte strepen in de hemel, maar die belemmeren de zon niet. Hoewel de echte horizon niet te zien is, moet dit toch een plek zijn om goed te beleven wat de zon gaat doen.
Om tien uur staat de zon nog te hoog en schijnt te fel om tegen in te kijken. Een zonsondergang fotograferen zit er nog niet in. Geduld. Geduld. Om elf uur begint het erop te lijken. De zon verstopt zich een beetje achter de bomen, maar nog steeds is er meer dan genoeg licht om een boek te lezen of wat dan ook.
Om middernacht (het is in Finland een uurtje later dan in Amsterdam) is de zon nog steeds zichtbaar door de bomen heen. Het hemellichaam werpt flauwe schaduwen op het gras. Op middernacht in de zon, het is twaalf uur en de zon schijnt. De midzomernachtzon is gezien en beleefd. Een fenomeen dat maar niet goed te bevatten is door iemand die dit nog nooit heeft beleefd.
In de ruim 21 duizend dagen die de Noordkaap-fietser op deze bol heeft rondgestapt, gefietst of ge-wat-dan-ookt, ging de zon altijd braaf onder. Soms veel te vroeg, soms lekker laat, maar hij ging onder. Het wordt donker. Gisteren voor de eerste keer in zijn leven dus niet. Fascinerend, maar het wil niet echt wennen. Bij een dag hoort een nacht, na het licht moet het even donker zijn om de cyclus rond te maken.
De dagen zonder duister stellen eisen aan de slaapkamers in dit gebied. Je zou verwachten dat de hotelkamers dikke gordijnen hebben om iets van duisternis voor de nachtrust te creëren. Niks daarvan, maar één kamer heeft een zwart doek dat voor het raam kan, de andere hebben dunne lapjes die inkijk verhinderen, maar meer ook niet.
Hoe de slaap te vatten dan als het buiten zo licht is en de gordijnen niet doen waarvoor ze zijn bedoeld, Nou ja dan maar zo’n dubbel piratendingetje op dat ook wel in vliegtuigen wordt gebruikt. Het in Stockholm aangeschafte ooglapje werkt verbazend goed en hindert niet. Het is ineens echt donker in het hoofd, als de zon niet wil verdwijnen.
De tocht van de dag gaat verder de toendra in. Het ruige neemt toe, het geciviliseerde af, al is het nog steeds geen echte wildernis. In de verte zijn soms bergen met sneeuw, er lopen rendieren over het asfalt, er zijn prachtige verstilde meertjes en met name de wolkenlucht is deze dag betoverend mooi. De wolken hangen laag en trekken in een sloom tempo naar het noorden, beschenen door de zon.
De dag is een makkie, veel keuze is er niet voor wie geen tent heeft. Enontekiö is, na bijna tachtig kilometer de eerste nederzetting op weg naar het noorden met accommodaties. De volgende komt na tachtig kilometer en dat is in Noorwegen. Het kan in één dag, maar waarom zo jagen. Rustig aan, veel stoppen en om je heen kijken.
Hé, een souvenirwinkel met koffie, bijna halverwege. Bijzonder is de prijs. De koffie kost er het minste van de hele tocht. De actieprijs is nodig om klanten te dwingen te stoppen en de winkel binnen te lokken. Koffie met donut kost 50 eurocent. En het is niet de slechtste koffie van de reis.
Ineens schuift er een Fins paar aan bij de tafel. Alle tafels zijn leeg, maar ze kiezen de bank tegenover de fietser kennelijk om een speciale reden. Het stel fietst ook graag en heeft net een tocht in Letland achter de rug. Ze zijn reuze nieuwsgierig waar de zwarte fiets vandaan komt en waar die heen gaat. De bekende grote ogen, van het kan niet waar zijn. Hoeveel doe je op een dag? Jaja, best ver dus. Een ervaren fietser is het snelle oordeel van het stel uit Finland dat al is gepensioneerd. Zo schuift een uurtje voorbij met praten over haar vader die in 1940 is omgekomen in de oorlog tegen de Russen en kletsen over schaatsen (zijn wij goed in), Jari Litmanen en skischansspringen (zijn de Finnen goed in) en natuurlijk de Kerstman (die komt uit Finland).
Er is verder veel te zien onderweg. Bij een vogeluitkijkplaats over een meer vertelt een Frans stel over de vogelrijkdom. De fietser ziet ze vliegen, maar weet absoluut niet wat er te zien is. ‘'Daar die witte in de verte. Dat is een wilde zwaan‘, leggen ze enthousiast uit. Niks saai onderweg.
Het dorpje Enontekiö is ook bijzonder. Er zijn relatief veel bakstenen gebouwen omdat de Duitsers hier de tactiek van de verschroeide aarde hebben gehanteerd en alles in brand staken bij het verlaten van het gebied. De sporen zijn daar dus nog zichtbaar van. Morgen weer een makkelijke dag bij nog warmer weer. Het geluk kan niet op.

 

 


 

 

wijziging op: 18-11-2014