De keuze voor Zweden was achteraf niet zo ingewikkeld. De Noorse kust is prachtig, met al zijn fjorden en heuvels, maar het is een van de nattere gebieden van Europa. De Noorse kustplaats Bergen heeft naar verluidt meer dan 200 regendagen per jaar. En wat een fietstocht echt vervelend maakt is eindeloze regen die maar niet wil stoppen.

De overvloedige neerslag komt door de overheersende westenwinden in dit deel van de wereld. De natte wolken, afkomstig van de Atlantische Oceaan botsen tegen de bergen, regenen zich leeg en gaan droog verder naar Zweden. Voor wie goed heeft opgelet bij Aardrijkskunde vroeger, weet het vast nog wel: de loef- en de lijzijde. De loef is de kant waar de wind inkomt, in dit geval Noorwegen dus. Het droge deel aan de lijzijde is Zweden. Daar is het dus veel droger.

In de klimaatgrafieken is het terug te lezen: in Noord Zweden is het in de voorzomer lekker droog en het kan ook flink warm worden. Dus die keuze staat vast.

Hoe ver het precies is, moet blijken. Volgens een vage schatting is het ongeveer 3800 km, maar het kan nog veel meer worden. Ver ja inderdaad. Als je de andere kant op gaat, bijvoorbeeld naar het zuiden, dan zit je ergens in Marokko, bij Ankara of voorbij Moskou om maar wat te noemen.