 |
|
Woensdag 14 mei
Fietsen in optima forma over spoorlijn
Wat een memorabele dag. Fietsen in optima forma, voor een deel over een fietspad op een afgedankt spoortracé. En in de avond een glorieus eindmoment. Wat eten in een kroeg met uitzicht op een erg mooi Zweeds meer, Vättern. Dat is fietsvakantie, dat is genieten. Vreemd genoeg ziet het daar in de ochtend echt niet naar uit.
De dag begint met een Should- I-stay-or-should-I-go-gevoel, vrij naar het hitje van de punkband The Clash. Het heeft de hele nacht geregend en het lawaai dat van de weg de kamer binnendringt, belooft niet veel goed. Weer een zeiknatte weg. Dan is de vraag: Alles inpakken en het erop wagen of maar wachten op beter weer en de dag doden met een boek of zo. Het weerbericht bij het ontbijt laat wolken zien maar geen regen, de weer apps voorspellen de hele dag regen. In werkelijkheid is de regen overgegaan in een vaag gedruppel.
De hotelbaas weet het ook niet. Het weer wordt beter, maar dat is later in de week. Vandaag? Tja. Dan maar even ontbijten, dat moet toch gebeuren. En even wandelen buiten. Het valt mee. De regen is niet dusdanig dat de weg doorweekt is. En zowaar is het vrij rustig op de weg. Dan vooruit, toch maar de gok nemen en die keuze pakt wonderwel goed uit. Op een verder leeg terrasje halverwege klinkt voor het eerst het woord ‘Warm. Lekker.’
Ook de route werkt mee. De drukke weg naar het noorden hoeft helemaal niet als je goed op de kaart kijkt. Het eerste stukje gaat over wat zandwegen naar het noorden. Dan is er ineens een prachtig geasfalteerd fietspad, aangelegd op het tracé van een ongebruikte spoorlijn. Dat fietst werkelijk super. Boomwortels krijgen geen kans het pad te mollen. Ze kunnen het fundament van de voormalige spoorweg niet doorboren. Ook behoren korte felle klimmetjes op dit soort paden tot het verleden. Treinen kunnen alleen op flauwe hellingen naar boven klimmen. De fietser profiteert daar nu van.
In de middag gooit een inktzwarte regenwolk een beetje roet in het eten. Hagelstenen dwingen tot een vlucht in een toevallig openstaande schuur waar het wachten begint. Als die bui weer is opgerot, gaat alles op rolletjes verder. Door een prachtig dal daalt de fiets af naar een van de grootste meren van Zweden, Vättern en de plaats Jönköping.
Daar doet zich wel een probleempje voor. De goedkope hotels zijn vol. Ja er is een kamer voor 60 euro zonder raam in een onduidelijk hotel. Dat is een risico als je op de bonnefooi reist. De eerste dagen is alles van te voren geboekt, maar dat leidt tot stress en annuleringen. Op het toeristenbureau zijn ze behulpzaam. Een medewerkster belt een hostel veertig kilometer verderop waar een kamer vrij is die binnen het budget past. Gewoon simpel met een gedeelde douche en zo, want aan luxe is op dit soort reizen geen behoefte. Bovendien veertig nachten meer dan honderd euro per nacht uitgeven dat wordt erg begrotelijk.
Dus gaat de tocht in de late middag verder langs het meer naar het noorden. Prachtig landschap weer en een fantastisch uitzicht bij het binnenrijden van het dorpje Gränna, bekend van zuurstokken. Wouw dit is fietsvakantie. Het etentje met een biertje in de kroeg bij het water maakt het helemaal af.

|
|
|