Donderdag 5 juni
Luxe na tocht van wit naar groen

Tot nu toe heeft de Noordkaap-fietser bewust naar goedkoop onderdak gezocht om de reis een beetje betaalbaar te houden. Dit betekent hostel na hostel, het ene mooi, het andere zozo. Soms veredelde ladenkasten met toch nog twee bedden erin gepropt, soms leuke kamers. In de Noorse stadje Alta wil het niet lukken om iets te vinden dat aan de prijscriteria voldoet van maximaal 40 euro  per nacht. Dus viersterren dan maar. Dat is weer even wennen, maar ook best leuk op zijn tijd.

Mooi vloerkleed, liften naar de gangen, een tv die aanstaat en je welkom heet, niet dat de Noordkaap-fietser zoiets nog nooit heeft ervaren, integendeel, maar op deze reis is het nieuw. Ach, het kost ruim het dubbele maar niet zeuren en genieten van de eigen douche met ruim warm water, de koffie op de kamer, de Nespresso-machine in de hal, de schone lakens, het goede bed, de overdaad aan handdoeken, het overdreven goed gesorteerde ontbijtbuffet en ga zo maar door.
Maar het hart gaat toch uit naar de eenvoudige hotels. De mensen praten er met elkaar, de uitbater is nieuwsgierig naar de reiziger, er is een keuken die je kunt gebruiken om te koken iets waaraan een fietsreiziger echt behoefte heeft. ELke dag uit eten is ook weer zo wat. En zo zijn er meer voordelen die opwegen tegen de nogal onpersoonlijke viersterren-luxe.
De hotels prijzen zich uit de markt lijkt het wel. Waarom zou de fietser 100 euro betalen per nacht als je voor 40 euro eigenlijk iets geschikters huurt. Daar wegen die gedeelde douche, de meegenomen krappe lakenzak en de kleine sneldrogende handdoeken tegen op.
Het nadeel van die goedkope optrekjes is dat de receptie een paar uur per dag is bezet, lastig bij een late aankomst. Er moet gebeld worden en meestal legt de uitbater dan een enveloppe met instructies klaar om de reiziger een beetje wegwijs te maken. Thon hotel heeft altijd iemand zitten en dat kost geld.
De luxe komt na weer een memorabele fietsdag. Er liggen ruim 130 km tussen de twee plaatsjes, ongeveer de gemiddelde dagafstand van de reis. Met de wind in de rug en de zon die bijna de hele tijd schijnt, is dit een superfietsdag met een heuse kloof (de langste van Europa, zeggen ze) waar een rivier zich met veel geweld naar beneden stort. En waar de fietser op zeeniveau eindigt bij de Noorse Zee, op bijna 70 graden NB.
De overgang van de dag was groot. De tocht begon op de toendra met de langzaam uitlopende berkenbomen. In dit gebied is de hoogte van belang. De weg ging over een pas van ongeveer 420 meter hoogte en daar is het nog volop winter met veel sneeuw, bevroren meren en kale berkenbomen. Honderd meter lager is er dus aarzelend groen te zien. Maar na de afdaling door de kloof naar zeeniveau lijkt het wel alsof de reiziger van de toendra naar Zwitserland is gestraald. Ineens groene weiden, naaldbomen, besneeuwde bergtoppen op de achtergrond. Is dit ook Noorwegen boven de poolcirkel? Nou ja, dit is een uitzondering. De warme golfstroom en de bergen, die beschutting bieden, maken het mogelijk dat hier een dergelijk zuidelijk aandoend bos kan ontstaan. Verrassend. Zie de foto's voor het verschil. Er zit dertig kilometer tussen, ongeveer anderhalf uur fietsen.
Alta, aan de Altafjord, is de grootste stad van de provincie Finnmark in noord-Noorwegen. Er is een museum en er zijn rotsschilderingen van de Sami te bewonderen. Dat gaat morgen gebeuren. En dan is het nog twee dagen naar Honningsvag, het plaatsje bij de Noordkaap. Onvoorstelbaar, het zit er bijna op.

 

 


 

 

wijziging op: 15-06-2014