Donderdag 22 mei
Halverwege met Duits gezelschap

Velen hebben de fietstocht naar de Noordkaap vanuit Amsterdam als een beetje licht krankzinnig omschreven. Misschien is dat zo, maar halverwege de tocht bij een plaspauze, stopt ineens een andere fietser. Uit Duitsland, ook alleen op weg naar de Noordkaap. Er zijn dus meer van dit soort mensen op de wereld en ze komen elkaar in het wild nog tegen ook.

Natuurlijk volgt er een praatje. Altijd dezelfde vragen: Waar kom je vandaan? Waar ga je naar toe? En de fietsvragen: Waar ben je begonnen vanmorgen? En hoe ver ga je nog?
Oliver, zo heet de Duitser uit München, doet per dag zo’n 80 tot 100 kilometer en trekt van camping naar camping. Dat vindt ie net zo gemakkelijk. Allemaal redelijk normaal, maar de veronderstelling dat de ingenieur ruimtevaartechniek uit München is vertrokken, blijkt volkomen verkeerd.
‘Nee’, zegt hij met een glimlach.  ‘Ik doe de tocht vanuit een van de meest zuidelijke puntjes van Europa, in mijn geval fiets ik dus van Tarifa in Zuid-Spanje naar de Noordkaap. Ik ben er bijna. Nog een week of twee te gaan.’ Hij vertelt het alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. ‘Ja, ik schat zo'n 6400 kilometer. Ach ik ben al op 31 maart vertrokken, klinkt het laconiek. Daarmee vergeleken is het tochtje vanuit Amsterdam met een geschatte afstand van 3800 kilometer een peulenschil.
Het tweetal fietst een stukje samen op naar de volgende stad op de route Sundsvall. Daar moet Oliver spullen kopen om zijn tent beter waterdicht te maken, daarna gaat hij daar op de camping. De Amsterdamse Noordkaap-fietser moet ook door de plaats, maar heeft een hostel geboekt in het volgende stadje.
Olivier neemt geen rustdagen. Nou ja die ene toen zijn vriendin naar Kopenhagen kwam. Eén dag niet gefietst,dus. ‘Als ik rust, dan kom ik daarna weer zo moeilijk op gang.’ Zo heeft iedereen zijn eigen ritme. Gemiddeld staat de dagtocht afstand van de Amssterdamse fietser op 150 km, enkenden de weken de nodige rustdagen.
Dus ineens is het fietsen geen stille onderneming meer met stemmen in je hoofd en alleen de geluiden van de wind, de vogels en het water. Olivier babbelt volop. Over zijn werk in Graz (Oostenrijk) en dat hij het wel prima vindt zo alleen. Hij vertelt over geuren en kleuren over een bijna botsing met een eland die ineens uit het bos de weg op rende. Dat ging net goed.
Hij heeft de route terdege voorbereid. Met gedownloade fietskaarten op zijn telefoon heeft hij de hele route als een blauwe stippellijn uitgezet. En die volgt ie trouw. ‘Ja, het is grappig dat ik deze paden maanden geleden heb gekozen en dat ik er nu werkelijk fiets.’
In Sundsvall scheiden zich de wegen weer bij een Lidl-supermarkt. Oliver wil eerst nog müslirepen inslaan en dan zijn tent repareren. De tocht gaat verder, het gereserveerde hostel is nog ruim 50 kilometer (verder dan gedacht) en de receptie sluit om 19 uur. Even flink doortrappen dus.
En door de onverwachte ontmoeting passeren allerlei cijfermatige hoogtepunten van de tocht terloops. Want zo maar tussen de bedrijven door is het halverwege punt gepasseerd, ergens bij km 1920 en toen laten op de middag nog de 2000 km. Het einddoel komt langzaam maar zeker in zicht, en met zo’n ontmoeting als vandaag is dat het gemakkelijk gegaan.

 

 


 

 

wijziging op: 21-11-2014