Sneeuw. Het heeft even geduurd op de tocht naar het noorden, maar eindelijk is er dan zicht op een plukje wit poeder. Het weer van nu doet niet vermoeden dat dit gebied 's winters is bedekt met een dik pak sneeuw. En eindelijk is een restje te zien, waarschijnlijk een restje op een schaduwrijke plek van een skipiste.
De omgeving verandert langzaam richting het noorden. Alles lijkt het wel alsof je op grote hoogte door de Alpen fiets, maar de tocht beweegt zich tussen zeeniveau en maximaal 200 meter. Zeker met al die meertjes lijkt het wel op Zwitserland. De temperatuur ook. De hele dag twintig graden al wil er wel een fris briesje van zee waaien.
Behalve de sneeuw zijn er veel meer bijzondere dingen. De vrouw in het hostel zegt al bij vertrek: 'Zo direct ga je over een grote brug, te vergelijken met de Golden Gate brug in San Francisco.' Er is geen woord van gelogen. Al kilometers van te voren kondigt de brug zich aan met de gigantisch hoge (180 meter) pylonen. Net als het zusje in Amerika is dit een zogenoemde hangbrug, het wegdek hangt aan twee dikke kabels die door de twee pylonen worden gedragen. Imposant om hier bijna twee kilometer over heen te mogen fietsen.
De brug geeft toegang tot het UNESCO-Werelderfgoed gebied de Hoge Kust. Een opmerkelijk landschap, omdat de gebied hier sneller stijgt dan waar ook ter wereld. De circa 8 millimeter per jaar is geologisch gezien een sneltreinvaart. Sommige meertjes heten baai, omdat ze tweehonderd jaar geleden nog in open verbinding stonden met de zee. Nu liggen ze op twee meter hoogte. Hier picknicken is een waar geschenk. Het verkeer is rustig, de zon maakt overuren. Wat wil je nog meer?
Later begint de strijd weer met de E4. Dit deel van Zweden wordt ontsloten door een belangrijke verkeersader die hier nog met het Europanummer wordt aangeduid. Soms mag je erop fietsen, soms ook niet. Het is ook geen genot om er te fietsen vanwege het toch wel drukke verkeer. Soms is er een alternatief, vaak ook niet. In de middag is het weer even strijd leveren met het vrachtverkeer en dat gaan allemaal goed. Het ziet er enger uit dan het is.
En dan vlak voor de etappeplaats Örnsköldsvik (arend-schild-baai, wie verzint zo’n naam) laat de eerste sneeuw zich zien, niet goed te onderscheiden op de foto. De moraal van de reiziger is ongekend hoog. Het hoge noorden kondigt zich meer en meer aan, het wordt nauwelijks nog donker in de nacht. Het mooie weer helpt dusdanig mee dat er nauwelijks problemen zijn. De winteruitrusting blijft in de tas. Alleen begint het lijf wat te slijten, en dan vooral het achterwerk. Morgen naar Umea (culturele hoofdstad van Europa 2014) en dan twee dagen rust om dat onderdeel even tot bedaren te krijgen.
