Maandag 9 juli
Gemene tunnel naar Noordkaap
De laatste grote etappe zit erop. Honningsvåg, waar donderdag het vliegtuig vertrekt, is bereikt. Het weer is geweldig op deze 26ste echte fietsdag naar de Noordkaap. De weg slingert zich langs een fjord en verveelt geen moment. Een van de mooiste dagen van deze fietstocht. Maar er wacht nog een echt obstakel naar de Noordkaap. De TUNNEL.


Alle blogs van fietsers naar de Noordkaap melden de Noordkaaptunnel als een monsterlijke hindernis op weg naar de finish. Vlak voor de streep houden de Noren de fietsers een lekkere kluif voor. Tot eind jaren negentig voer er een pontje naar Honningsvåg op het eiland Mageroya. De Noren hebben genoeg geld en besloten het eiland met een tunnel aan het vaste land te verbinden, een tunnel onder een zeestraat dus, niet om een hoge bergkam makkelijk te overbruggen.
Denk aan de Coentunnel, maar dan alles veel groter. Het diepste punt van de Nordkapptunnelen ligt maar liefs 212 meter onder de grond. Zo diep is de zee hier. Dus wat hebben de wegenbouwers gedaan. Er is een tunnel van bijna zeven kilometer geboord. De eerst drie kilometer gaan naar beneden, dan is het even vlak en dan weer drie kilometer naar boven. De snelle rekenaars zien dat de helling gemiddeld 7 procent is. Een bord bij de ingang meldt dat er stukken van 9 procent tussen zitten. Pittig dus.
De Noordkaap-fietser ziet op tegen deze allerlaatste serieuze beproeving op weg naar de Noordkaap. Op een kaarsrechte weg in een met lampen verlichte tunnel klimmen terwijl auto’s met oorverdovend lawaai voorbij denderen. Nee, dat is niet erg aantrekkelijk om het mild uit te drukken. Maar er is geen keuze. Een bus zou kunnen of iemand aanhouden en vragen of je mee door de tunnel mag. Nee, alles is gefietst (met uitzondering van de veerponten), dus dit ook. Als het niet lukt, kun je altijd lopen.
Daar doemt de mond van de tunnel op die als een gulzige Holle-Bolle-Gijs auto’s in zich opneemt en laat verdwijnen. Voor de tunnel wordt nog even de verlichting gecontroleerd, de zonnebril gaat af en go. Als een raket zoeft de fietser naar onder de bodem van de zee. Het asfalt is goed, de verlichting ook, dus dat is het probleem niet. Er staan borden die zeggen hoe ver je al bent en de eerste drie kilometers gaan snel.
Dan begint de klim, eerst onmerkbaar dan steeds steiler en steiler. Het lichtste verzet wordt gebruikt, langzaam maar zeker gaat het naar boven. Hoe steil het is, valt niet te zien, al kost het soms moeite om de fiets recht vooruit te sturen, omdat de snelheid te laag is. Het moment van afstappen komt niet in zicht. Het is ook koud. De adem condenseert, maar niet laten afleiden, geconcentreerd blijven sturen. Met witte verf staat om de tweehonderd meter aangegeven hoe ver nog. Dat helpt. Nog achthonderd meter, twee rondjes in het Olympisch Stadion. Een kwestie van blijven pedaleren, vragen om kracht en dan is daar het licht van het einde.
De queeste is volbracht. Honningsvåg is nog maar achttien kilometer. De tweede nagenoeg vlakke tunnel van 4400 meter is een fluitje van een cent. De receptie van het hostel is open. De kamer is klaar en de van te voren opgestuurde fietsdoos staat op kantoor te wachten. Hehe, we zijn er.
Nou niet helemaal. Het weer is goed, dus vanavond gaat het naar de Noordkaap dertig kilometer verderop, de echte finish. Kijken of de zon zich om middernacht laat zien. Daarover morgen meer.

 

 


 

 

wijziging op: 18-11-2014