 |
|
Woensdag 4 juni
Op rustdag toendra verkend
Een rustdag tijdens een fietstocht betekent dat ook het zadel even rust krijgt. Maar de etappes van de laatste dagen zijn zo kort, dat op deze dag de omgeving op twee wielen verkend mag worden, zeker als het schitterend weer is met een uitzonderlijke 24 graden. Gelukkig heeft Kautokeino meer dan alleen een doorgaande weg, er lopen kleine geasfalteerde weggetjes de toendra in. Kijken dus.
Een doodlopende weg loopt naar een heuse UNESCO Werelderfgoedsite. Het is de Geodetische boog van Struve die langs het dorp loopt. Een bord langs de hoofdweg geeft de richting aan. Een prachtige weg door de toendra met tot verrassing een weiland met vee. Dat doen ze hier dus ook in het hoge noorden. Dan houdt het asfalt op, maar van de Unesco site geen spoor. Ook is er geen bordje.
Een lokale bewoner, die de fietser aanspreekt op zijn groene Australië shirtje, begint een praatje. ‘Australiër? O, je hebt in Sydney gewoond, nou ik heb in West-Australie gewerkt in de olie en gas.’ Er ontstaat meteen iets van een band op de afgelegen toendra. ‘Hier hoor ik thuis, ik ben hier geboren en getogen’, zegt de man. Hij spreekt over de muggen die er nog niet zijn. ‘Je hebt geluk, ze moeten nog komen. Ik ben eraan gewend, maar ze kunnen knap vervelend zijn.’
Dat van die muggen klopt. Nog een insect gezien. De verhalen erover zijn gruwelijk. Lees Nooit meer slapen van W.F. Hermans er maar op na. Maar de beesten hebben even tijd nodig om hun terreur uit te kunnen oefenen. Het moet voldoende warm zijn geweest en dat is meestal pas na midzomer op 21 juni. Dit is een van de redenen waarom de reis naar het noorden zo vroeg is gepland en deze gok pakt dus goed uit.
Over het Unesco-ding moet ie even nadenken. ‘Ja, dat is daar in de bergen. Nee, daar kun je met de fiets echt niet komen’, slaat hij de verwachting het monument te zien de grond in. Nu is er waarschijnlijk ook niet veel te zien, het is meer het gevoel om daar te staan. Die meneer Van Struve, een Russische Duitser heeft in de eerste helft van de negentiende eeuw (bijna 200 jaar geleden dus) een poging gedaan om de omtrek van de aarde voor eens en altijd goed vast te stellen, door de lengte van een meridiaan precies op te meten.
Om een technisch verhaal heel simpel te houden, dat doe je in die tijd met metingen van hoeken tussen punten in het landschap, de zogenoemde driehoeksmeting. Dat hoef je maar één keer de afstand tussen twee punten op te meten en voor de rest volstaan het meten van hoeken, wat veel gemakkelijker is.
Fascinerend is dat die man, in opdracht van de tsaar van Rusland, begon in Hammerfest in Noorwegen en eindigde bijna 3000 kilometer verderop bij de Zwarte Zee. Napoleon was net verslagen, er waren nieuwe grenzen afgesproken en de Rus wilde geen gezeur over waar die grenzen dan precies liggen. Dus hij stuurde Von Struve erop uit om de aarde eens goed op te meten.
Na in totaal 258 driehoeken en 35 jaar laten was hij klaar. Als eerbetoon zijn nu een dertigtal van die punten in nu tien landen gemarkeerd om te herinneren aan deze onmogelijke taak. Helaas is het punt hier in Noorwegen een beetje erg verstopt. ‘Het is ook te nat’, zegt de man. ‘Je kunt er ook te voet niet zo maar naar toe.’
Maar er is meer, een heuse zilversmid in het dorp die werkt vanuit een erg futuristisch complex, helemaal in gebruik als winkel waar zilver en andere spullen kunnen worden gekocht. De man is al vijftig jaar bezig met zijn optrekje en het ziet er leuk uit. Het meisje achter de kassa adviseert een bepaalde weg te fietsen om iets van de toendra zonder bomen en veel sneeuw te zien. Aldus gedaan, maar de weg is lang, de bergen in de verte lokken, echter te ver voor een ‘rustdag’. Ook goed. Het uitzicht is ook mooi.
Morgen naar de kust van de Noordelijke IJszee en dan is het bijna gedaan.

|
|
|