De kop is eraf. De eerste kilometers zijn volbracht. En het lijkt wel alsof het weer vast een voorproefje neemt op wat er later op de lange tocht gaat komen. Een koele, stevige noordoosten wind staat geen hogere temperaturen toe dan 11 graden. Het lijkt wel Noordkaap-weer. Het is flink kleumen en doortrappen om de eerste etappeplaats Ootmarsum te halen.
De laatste dag voor zo’n lange reis is altijd wat chaotisch. Nog kleine dingen doen, proberen niks te vergeten en dan de slaap vatten. ‘Dat valt niet mee’, voelt Marc bij zichzelf. Hij luistert voortdurend naar de wind, voelt even aan zijn warme man en piekert door. ‘Gaat het lukken?' 'Is het niet te ver?’ ‘Waarom doe je dit eigenlijk?’ Vragen waarop geen antwoord mogelijk is. De droom van die nacht over fietstochten in Australië, is een soort voorbode van wat komen gaat.
Enfin, vrijdagmorgen. Het laatste ontbijt in Amsterdam van de komende zes weken, de laatste koffie, de laatste keer vertrouwd keuvelen met Tim. De Volkskrant doorbladeren. Toch echt niks vergeten? Nee, het moet goed zijn. Er is geen weg terug. Het moet gebeuren.
De fiets verhuist van de gang naar de stoep, de tassen eraan. Nog wat onhandig kijken, een klein ding versleutelen aan een tas. Een laatste foto voor de deur, die Tim op Facebook wil zetten. (Bedankt lieve mensen voor alle opbeurende woorden. Een warme omhelzing die ook een beetje nat wordt. De wielen gaan draaien. Een zwaai, en weg.
Het zou noordoostenwind 5 tot 6 zijn, maar dat valt mee. Vaak wind van opzij. Een geruststelling. De tassen zitten subliem; rijder, fiets en bagage zijn meteen één. Dat is weleens anders geweest, soms duurt het een week om te wennen aan de vier tassen. Het begin van de route is vertrouwd. Langzaam lossen de bekende wegen op. Eerst gaat de fiets over straten die al duizend keer zijn befietst. Dan honderd keer. Na 3,8 km flitst de gedachte, hé al 1 promille van de 3800 km gefietst. Het is pas de Ringdijk bij het Science Park.
Dan gaat het snel, de wegen worden onbekender, de route langs het Gooimeer, Nijkerk en dan in de beschutting van de bomen van de Veluwe naar Apeldoorn. Meteen de eerste heuvel genomen van honderd meter. Het begint goed. De wind brult, maar het tempo blijft boven de 20km/uur.
In Overijssel wordt het echt onbekend terrein. Holten (weleens een triathlon gedaan) en dan door Almelo naar Ootmarsum, pas één keer eerder geweest met de fiets. Daar in Twenthe wordt het ineens echt koud. de speciale jas moet aan, dichte handschoenen en beenbeschermers. De Noordkaap-kleding wordt aangesproken. Het is een hele ruk, dat wel, maar Chiel Pouwels biedt onderdak, eten en gezelligheid. Dit is vakantie man.
De cijfermatige doelen van de tocht (71 graden Noord en geen zonsondergang) zijn niet echt dichterbij gekomen. De zon gaat in Ootmarsum veertien minuten eerder onder dan in Amsterdam door de oostelijke ligging ten opzichte van de hoofdstad. De winst van circa twee minuten, omdat het een dag dichter bij 21 juni is, valt weg; de etappeplaats is ook maar een heel klein beetje noordelijker. Wat maakt het uit. De kop is eraf.