 |
|
Zondag 4 mei
Hobbelend over de Duitse fietspaden
Na de monsterrit van zaterdag gaat het er zondag heel wat rustiger aan toe. Het ritje naar Hamburg is een makkie. Iets meer dan 100 kilometer zijn er te overbruggen. Dus een vroeg vertrek is niet nodig en er is tijd voor leuke weggetjes en een spectaculaire overtocht met een veerpont naar de Hamburgse Goudkust Blankenese. In Hamburg woont een goede kennis die graag onderdak verschaft, dus dat is makkelijk
Het weer stelt zich langzaam maar zeker minder vijandig op. De wind is iets naar het westen gedraaid en staat dus niet meer zo fel tegen. Zo duwt hij de fietser zelfs soms naar zijn einddoel in plaats van dat de bewegende lucht zich in alle hevigheid verzet tegen een indringer die zo nodig noordoostwaarts moet. Het scheelt aanzienlijk in energie die nodig is, vandaag blijkt maar weer dat de wind een tocht kan maken of breken. Best een lastig vooruitzicht. Maar vooruit. Zes weken wind tegen is niet erg waarschijnlijk.
Met de temperatuur wil het niet vlotten. De pleisterplaats halverwege had als grappige naam Zeven. De temperatuur doet het nauwelijks beter. Om het middaguur toonde de de gps een temperatuur van met moeite 8 graden. En het ging ook nog eens motregenen.
Gelukkig, de dorpsbakkerij is open en schenkt koffie. Op pad gaan na een koffiepauze is bij die kou een lastige opgave. Het is dan even zo koud dat de Noordkaap-uitrusting van stal moet. Lange broek, het sjaaltje, een extra trui, anders is het niet te houden. En dan nog is het de eerste minuten klappertanden tot het lichaam de botten heeft warm getrapt.
Het is zondag dus de niet eens zo kleine wegen tussen de twee havensteden Bremen aan de Weser en Hamburg aan de Elbe zijn rustig. Tijd om alles te overdenken, de weg heeft geen aandacht nodig. Nou ja, het valt op hoe merkwaardig die Duitsers over fietspaden denken. Bijna elke wat grotere weg heeft een fietspad of er nu veel wordt gefietst of niet. Buiten de bebouwde kom is dat soms oké, als het asfalt ten minste goed is, soms knudde als het asfalt sinds de aanleg geen asfalteringsmachine meer heeft gezien.
In dorpen ontpoppen de fietsdingen zich als slopers van de fiets en zijn bereider. Bij elke zijweg is een klein drempeltje gebouwd met veelal een extra richeltje waar je rammelend en bobbelend overheen moet rijden. Er is maar een therapie. In steden en dorpen die dingen links laten liggen en over de gewone weg rijden. Zo heb je toch wat om over na te denken tijdens die lange eenzame ritten door het niks.
Het laatste stukje bij de Elbe is het leukste deel van de dag. Een fietsende, vriendelijke Duitse meneer wijst naar een klein dijkweggetje. Alsmaar rechtdoor tot het pontje. Leuke dijkhuisjes, kronkelende weg en zowaar veel fietsers. Dat is genieten, net als de overtocht met het pontje. Maar liefs 20 minuten heeft het schuitje nodig. Dat is pas een rivier, die Elbe. En aan de andere kant loopt een genoeglijke route langs het water de stad in. Kortom, een probleemloze dag op de kou na. Niet zeuren, tenen en vingers zitten er nog aan. Morgen even niks doen.
|
|
|