Ja, daar schuift de licht gehavende fietsdoos op de lopende band de aankomsthal van Schiphol binnen. Eindelijk is de langverwachte hereniging met Tim echt in zicht. Met de laatste krachten duwt de fietser zijn zwarte ezel in karton om bijna zeven uur in de avond door de laatste schuifdeuren. Voor de gelegenheid in Noordkaap-uitdossing: zwart T-shirt en ijsmuts met Nordkapp erop. ‘Hoera. Daar is mijn held’, klinkt het. ‘Is het niet te warm voor een muts?’ Hehe. Thuis.
Er staat een heus welkomstcomité klaar. Een spandoek: ‘Proficiat Marc, wat een superprestatie!!’ Er zijn bloemen, warme knuffels van lieve vrienden. Wat een onverwachte thuiskomst. De fietser fietst maar en haalt zijn doel en merkt nu in levenden lijve wat dat bij de vrienden heeft losgemaakt. Tijd voor foto’s, de omstanders kijken geamuseerd toe. Snel naar huis voor de lievelingsmaaltijd met alle vrienden, champagne en dan televisie voor weer een ander sportief hoogtepunt, maar dan van een geheel andere orde. Nederland verslaat Spanje.
De echt allerlaatste dag van de reis, de 43ste om precies te zijn, begint erg vroeg. Het vliegtuig van Tromsø naar Oslo gaat om half zeven. Om half zes aanwezig, was de tip. De
bestelde taxibus laat het afweten, maar toevallig gaat een meneer in de straat met een taxi naar het vliegveld. “Rijd maar mee’. Het blijkt weer eens hoe sympathiek de Noren zijn. De gastheer van een kwartier fietst zelf ook en hoort het verhaal aan; dat zou hij zelf ook wel eens willen. ‘Nee hoor. Je hoeft niet mee te betalen. Leuk dat ik je heb ontmoet.’
In Oslo is het acht uur wachten. Dus tijd om even de stad in te gaan en de sfeer van de hoofdstad van Noorwegen te snuiven. Puf voor een grootse wandeling of een inspannend museumbezoek (Munch) is er niet. De hoofdstraat heen en weer, het koninklijk paleis (Duitse president bezoekt koning Harald), een koffiebar (eindelijk eens geen filterkoffie) en een bakje yoghurt in het park; dat is het wel zo’n beetje. Het verlangen naar huis is te groot.
De enige onzekerheid op Schiphol is of tassen en fiets zijn meegekomen. De aardige medewerker van het vliegveld in Honningsvåg heeft alles gratis ingecheckt en doorgelabeld naar
Amsterdam en maar afwachten of de bagage echt is meegereisd. De tassen komen als derde op de band. Dan zijn het nog slopende minuten wachten op de fiets. De doos is gehavend, maar alles zit erin. Nog even schuiven en het is voorbij. Met de warmte van Tim en de vrienden huiswaarts, inspannen hoeft niet meer, anderen dragen de last op de laatste kilometers naar huis. Dat is pas thuiskomen. En het wordt weer donker, de nacht wordt zwart. Gelukkig.
Het gewone leven gaat weer beginnen. In het weekend krijgt de pakezel voor zes weken weer het daglicht te zien, wie weet mogen de wielen nog even rollen. De fietser moet afkicken, maar de fiets ook. Toch. En maandag weer aan het werk. Ja, de reis moet wel worden betaald.
Bedankt voor alle lieve, humoristische, ondersteunende, warme, bewonderende, gemeende woorden die onderweg via de elektronische snelweg naar de fietser zijn gevlogen. Het maakt de reis een stuk gemakkelijker in de wetenschap dat mensen het leuk vinden wat je doet. Tot snel in de echte wereld. De blog houdt ermee op, maar blijft op het web staan.