 |
|
Zaterdag 7 juni
Noordkaap-weer op kille hoogvlakte
De reis is compleet. Wat het weer betreft dan. Tot nu toe beperkt de kou zich tot een paar uur per dag of tot de vroege ochtenduren, maar de tocht naar de voorlaatste etappeplaats kenmerkt zich door wind en kou, echte koude. Maar dit hoort bij de bestemming. Het is hier meestal gewoon koud, met mist, ook in de zomer. Dat moet je beleven, want je wilt toch niet steeds met wind in de rug en twintig graden naar de Noordkaap fietsen?
De dag begint warm in Alta. Blauwe lucht, zoals het al dagen is en hoge temperaturen. Dat ziet er goed uit voor de tocht verder noordwaarts, voor het eerst boven de 70 graden noorderbreedte. Langs de Altafjord is er niks aan de hand, maar dan gaat de weg omhoog, omhoog terug naar de winter. De Finnmarksvidda op, zoals de Noren zeggen. De hoogvlakte van Finnmark.
Weer die plotse overgang naar de leegte, de bevroren meren en de sneeuw. De Noordkaap-fietser begint optimistisch met korte broek en een simpel shirtje, maar dat is niet afdoende op de vidda. Om zwetend en klimmend andere kleren aan te trekken is ook weer zo wat. Dus naar het pasbordje en daar omkleden in de droge winteruitrusting die dan redelijk droog kan blijven. Wat een ervaring. Het high tech jasje doet waarvoor het is bestemd. De Noordkaap-kou krijgt niet echt vat op het lijf. Het is wat de Noren zeggen: 'Koud weer bestaat niet, alleen slechte kleding'. En dat klopt helemaal.
Zo noordelijk op deze hoogte zijn er geen bomen meer, heeft de wind vrij spel. Hier domineren ijs en sneeuw en kabbelende beken die het smeltwater afvoeren. Te koud om ergens uitgebreid te gaan genieten, de afkoeling is dan te groot en vooral het op gang komen is dan een probleem. Geen picknick dus, hooguit een broodje eten op de fiets en langzaam doorploeteren tegen de wind naar het doel. Zelfs het maken van foto’s is een opgave met dit koude weer.
En even komt er een engel voorbij. Een kranige vrouw op een superracefiets die op weg is naar haar moeder in het ziekenhuis in Hammerfest, een tocht van 150 km. ‘Fiets maar een stukje achter me aan, ik hoef niet zo veel te tillen als jij.’ Dus even zweeft de Noordkaap-fietser achter deze verrassing mee over de vlakte. Tot er een klimmetje komt. Ze gaat te hard, het kost te veel vermogen om haar bij te houden, dus zij en de Noordkaap-fietser gaan alleen verder.
Aan koffiestops doen ze niet in dit deel van de wereld. De eerste en enige halteplaats onderweg komt na 85 (van de 110) km. De fietser weet dat en het lange doorhalen maakt het genot des te groter. Daar is koffie, warmte en gezelligheid.
Er is zelfs internet en uit Nederland stromen berichtjes binnen. Er is een kaars opgestoken in Kevelaer, de warmte stroomt van de foto de kille botten in. Op de tv klinkt, hoe toepasselijk op dit moment, You never walk alone. Om emotioneel van te worden.
En het is best emotioneel te ervaren dat er eigenlijk weinig meer fout kan gaan. Honningsvag 99 km staat er op een bordje bij de etappeplaats Olderfjord, de Noordkaap is 129 km. Gewoon van Eindhoven naar Amsterdam. Een kind kan de was doen.
Gaat het regenen, vooruit nog maar één dagje. Stormt het uit het noorden, lekker beuken. Het maakt niet meer uit. Het einddoel kan niet meer worden gemist, alle twijfels daarover kunnen eindelijk echt het hoofd uit. Je gaat er komen, je gaat je doel halen. Nogmaals flitsen de ideeën door het hoofd over wat er moet gebeuren op die kaap. Gewoon maar een kiekje en verder niks. Allerlei gedachten, maar een keuze komt niet. Nog twee dagen, dan is het zover. Pfffffff.

|
|
|